Sociale hervormingen - pagina 198
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel III.
i86
HOOFDSTUK
V.
Bepalingen van bijzonderen aard. §
I.
Bepalingeyi die betrekking hebben op het derde en het vierde hoofdstuk.
Artt. 233 en 234. Een aantal voorschriften uit paragraaf i van wanneer die voorschriften te gelijk met het in hoofdstuk IV zal werking treden van de wet bindende zullen zijn voor alle inrichtingen, onverschillig of deze voor of na dat tijdstip in werking tot gevolg hebben, dat een zeer groot aantal zijn gebracht inrichtingen gesloten zal moeten worden. Velen van de bedoelde voorschriften zullen in tal van inrichtingen niet alleen eene verbouiüing maar inderdaad een ombo7iw noodzakelijk maken. Behalve men denke aan toestanden als te Amsterdit is in vele plaatsen aan verboudam, waar met de ruimte gewoekerd moet worden wing eenvoudig niet te denken. In menige fabriek of werkplaats is geen plekje te missen, hetzij voor het veranderen van eene trap, hetzij voor het aanbrengen van een schaftlokaal, eene kleedkamer, eene gelegenheid om kleederen op te hangen enz. Met het oog op soortgelijke bezwaren heeft het Veiligheidsbesluit in tal van voorschriften bepaald, dat het daarin bepaalde slechts geldt voor inrichtingen, op of na i Januari 1897 inwerking gebracht. Datzelfde beginsel is in het ontwerp gevolgd. Het is een eisch van billijkheid, dat op soortgelijke wijze worde gehandeld met inrichtingen, voor welke ingevolge de Veiligheidswet geen eischen golden omdat zij niet behoorden tot de fabrieken en werkplaatsen, terwijl het ontwerp wel eischen aan haar stelt. Het stellen van een bepaald voorbeeld zal de bedoeling nader doen uitkomen. In het Veiligheidsbesluit wordt voor eene sigarenmakerij een eisch gesteld met betrekking tot de vrije luchtruimte, die voor eiken arbeider aanwezig moet zijn. De eisch wordt gesteld op 6 of 7 M^. naar gelang de sigarenmakerij al of niet op i Januari 1897 in werking was. Die eischen zijn alleen gesteld voor sigarenmakerijen met 10 of meer arbeiders. In het ontwerp worden sigarenmakerij en met 5 personen onder de fabrieken gerangschikt. Op die sigarenmakerij en zouden dus de voorschriften met betrekking tot het aantal arbeiders, hetwelk in de werklokalen werkzaam mag zijn, van toepassing zijn. Aangenomen nu, dat de wet op I Juli 1 905 in werking treedt, dan zou de eisch van 7 M^. luchtruimte per arbeider gelden voor de kleine sigarenmakerijen, die opgericht zijn na 1 Januari 1897, terwijl op de vóór dien dag opgerichte kleine sigarenmakerijen de eisch van 6 M^. toepasselijk zoude zijn. Dit zou niet logisch zijn. De vraag, of de eisch van 7 dan wel die van 6 Ml zal gelden, moet afhankelijk zijn van deze
—
—
—
—
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's