Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sociale hervormingen - pagina 350

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sociale hervormingen - pagina 350

voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel II.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

:

406 1638^, dat door den werkgever het loon niet juist de week enz." behoeft te worden uitbetaald. Door den Minister werd geantwoord, dat deze onjuistheid, zoo zij bestaat, door de gewenschte wijziging niet zal kunnen worden weggenomen. Overigens verklaarde de Minister zich bereid deze zaak nog nader te overwegen.

blijkt uit art.

„in

Van de zijde der Commissie werd opgemerkt, dat de redactie van de bepaling van het derde lid van art. 1638/ voor vereenvoudiging vatbaar is. De Minister zegde eene meer eenvoudige redactie toe. Van de van dagen

lid

der Commissie werd aanbevolen, in het laatste 1638/ uitbetaling ten minste eenmaal in de zestien dat zal dus kunnen zijn tweemaal per maand toe zijde

art.

te laten.

De

Minister antwoordde, dat daartegen bij hem geen bezwaar maar vroeg, of het dan niet beter ware te spreken van „ten minste eenmaal in de halve maand".

bestaat,

Van de zijde der Commissie werd opgemerkt, dat het in de bedoeling des Ministers ligt, dat van de bepaling van het laatste lid van art. 1638/ niet zal mogen worden afgeweken; deze bedoeling behoorde dan echter ondubbelzinnig te worden uitgedrukt. De Minister antwoordde, dat het ter verduidelijking van de bedoeling wellicht overweging verdient, de uitdrukking: „moet niet het worden uitbetaald" te vervangen door: „mag het anders worden uitbetaald dan." .

.

.

.

.

.

XVII. Van de zijde der Commissie werd met het oog op de belangen van de handelsreizigers de vraag gesteld, of niet voor de gevallen, waar het bedrag niet afhankelijk is van den jaarlijkschen omzet enz., in art. 1638 n zelve een kortere termijn dan die van een jaar zou kunnen worden opgenomen. De Minister antwoordde, dat de bepaling met het oog op de uitdrukking: „telkens wanneer het bedrag van dat loon kan worden vastgesteld", voor de werkgevers reeds bindend genoeg moet worden geacht. XVIII. Van de zijde der Commissie werd betoogd, dat, terzij met ingenomenheid had gezien, dat in het eerste lid van art. 1638^ thans wordt gesproken van „werkdag", zoodat in dien termijn de Zondag en de algemeene Christelijke feestdagen niet worden inbegrepen, de wijziging van den „derden" dag, als uitersten termijn van betaling, in den „vierden" haar geene wijl

verbetering scheen. De Minister antwoordde,

dat in adressen, van de zijde van werkgevers ingekomen, op de laatstbedoelde wijziging krachtig

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905

Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's

Sociale hervormingen - pagina 350

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905

Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's