Sociale hervormingen - pagina 266
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel I.
2,56
de invaliditeits- en ouderdomsverzekering voor het Noorweegsche volk; de minderheid ontwierp een voorloopig wetsontwerp over de ziekte-, ouderdoms- (invaliditeits-) en ongevallenover
verzekering, In 1900 droeg de Minister van Binnenlandsche Zaken aan een commissie van deskundigen op, advies uit te brengen over het ontwerp, dat door de meerderheid der parlementaire arbeiderscommissie was ontworpen. In Juli 1902 verscheen het advies. Volgens dat ontwerp der meerderheid zijn verzekeringsplichtig van het ló^e voleindigde jaar af: de Noorweegsche mannen en
vrouwen, die in Noorwegen wonen Noorweegsche onderdanen, die in het buitenland gewoond hebben en weer in hun vaderland terugkeeren buitenlanders, welke zich in het land vestigen en aldaar een beroep uitoefenen, benevens zeelieden die op Noorsche schepen varen, zonder onderscheid van nationaliteit of leeftijd. Van de verzekering uitgesloten blijven allen die vóór het bereiken van den verzekeringsplichtigen leeftijd of vóór het in kracht treden van de wet reeds invalide zijn, zoolang die invaliditeit duurt. ;
;
Doel der verzekering is, den verzekerde een recht op rente te waarborgen, zoodra hij voortdurend ongeschikt tot werken is geworden of langer dan een half jaar ongeschikt tot (pensioen)
arbeiden is geweest. Invalide in den zin van het ontwerp zijn mannen en vrouwen, wier volle geschiktheid tot werken door ouderdom, ziekte of andere lichamelijke of geestelijke zwakheden, zoodanig verminderd is, dat zij in het geheel niet of slechts voor een gedeelte arbeid kunnen verrichten, welke overeenkomt met hunne vroegere bekwaamheden en krachten. in deze gevallen het recht op een pensioen te verkrijgen, is het tevens noodig, dat die personen, wier eenige bron van inkomsten is. hetgeen zij door arbeid verdienen, niet meer dan 40 pet. van het inkomen kunnen verwerven, dat zij in de laatste 5 jaren hebben verdiend, mits het overblijvend gedeelte der arbeidsverdienste 1000 kr. niet te boven gaat is het onder de 1 00 kr. gedaald, dan wordt in elk geval het recht op pensioen toegekend. Het recht op pensioen in geval van invaliditeit komt eveneens toe aan hen, wier inkomsten uitsluitend uit vermogen voortvloeien, indien tengevolge van lichamelijke of geestelijke zwakte een voortdurende verhooging der uitgaven van ten minste \'4 hunner inkomsten noodzakelijk blijkt. Huisvrouwen, kinderen, leerlingen, enz., die geen bijzonder inkomen hebben, hebben, ingeval van invaliditeit, recht op pensioen, indien zij ten gevolge van geestelijke of lichamelijke zwakte niet meer in staat zijn den arbeid te verrichten, waardoor zij in hun onderhoud voorzagen of niet in staat zijn de opvoeding hunner kinderen te voltooien. recht op een pensioen te krijgen, is het tevens noodig den wachttijd van één jaar te hebben vervuld.
Om
;
Om
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's