Sociale hervormingen - pagina 249
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel III.
237
werkuren, terwijl alleen technische eischen van het werk de hier bedoelde afwijking kunnen rechtvaardigen.
Art. 429. Het artikel komt voor in de Arbeidswet (art. 18) in de Veiligheidswet (art. 21). In een opzicht heeft het artikel wijziging ondergaan, die eenige toelichting vereischt. Aan het slot van het eerste lid is de burgemeester ook belast met het opsporen van de overtredingen van enkele artikelen. Zulks is geschied omdat bij die enkele overtredingen de burgemeester het eerst kennis ervan draagt, dat een strafbaar feit is gepleegd, zoodat het wenschelijk, is, dat door hem proces-verbaal wordt opgemaakt. Bij gemis van het voorschrift zoude slechts de burgemeester eener gemeente, waar geen commissaris van politie is, tot het opmaken van proces-verbaal bevoegd zijn. De burgemeesters immers van gemeenten, waar wel een commissaris van politie is, zijn ingevolge art. 8 van het Wetboek van Strafvordering niet belast met het opsporen van overtredingen en evenmin te rangschikken onder de andere ambtenaren, die in het artikel met het opsporen van overtredingen worden belast. en
Art. 430. Het artikel is ontleend aan art. 19 der bestaande Arbeidswet en art. 22 der Veiligheidswet. In het tweede lid komt echter eene afwijking voor van hetgeen is opgenomen in het tweede lid van de aangehaalde artikelen. In de genoemde wetten wordt daar bepaald, dat veld- en boschwachters, de beambten der marechaussee, niet zijnde hulp-officier van Justitie, en de ambtenaren van Rijks- en gemeentepolitie beneden den rang van districts-commandant tevens inspecteur der Rijksveldwacht en van commissaris van politie, eenen schriftelijken bijzonderen last van den burgemeester of den kantonrechter behoeven om eene plaats, waar arbeid wordt verricht, binnen te gaan, voor zoover hun de toegang niet uit andere hoofde vrijstaat. Dit voorschrift is niet ongewijzigd in het ontwerp overgenomen, omdat het zeer ernstige moeilijkheden in den weg legt aan een politieambtenaar, belast met opsporen van overtredingen der wet. Geen enkele inrichting toch staat, tenzij eene andere wet toegang verleent, voor de hierbedoelde ambtenaren open dan nadat een schriftelijke last of van den burgemeester of van den kantonrechter is verkregen. Van eene geregelde controle op de naleving der wet door politieambtenaren kan, zoolang dat voorschrift blijft gehandhaafd, geen sprake zijn. Immers blijkens hetgeen daaromtrent bij het tot stand komen der wet werd gesproken moet de bijzondere last zich bepalen tot eene bepaalde onderneming. Wanneer dus aan een politieambtenaar bekend is, dat in eene inrichting de wet wordt overtreden, dan zal hij die inrichting niet mogen binnengaan om de overtreding te constateeren, maar zich eerst van een lastgeving moeten gaan voorzien. Betwijfeld behoeft niet te worden, dat de ambtenaar na het inachtnemen van die forma-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's