Sociale hervormingen - pagina 231

219 is goedgekeurd, behoort nochtans eene uitzondering te worden toegestaan, die als overgangsmaatregel moet werken. Wanneer de paragraaf in werking zal zijn getreden, zal menige regeling ter verkrijging der goedkeuring worden ingezonden. Op alle aanvragen om goedkeuring zal niet kunnen worden beschikt zonder nader onderzoek niet alleen door de commissie, die door deze wet in het leven wordt geroepen, maar ook door den Minister. In verband daarmede wordt in art. 359 bepaald, dat wanneer de regeling tijdig is ingediend het bedrijf overeenkomstig die nog niet goedgekeurde regeling kan worden uitgeoefend. Wanneer eene regeling ten aanzien van een middel van vervoer, dat reeds in werking was vóór dat de hier besproken voorschriften in werking treden, tijdig is ingediend, blijkt uit art. 350, tweede lid. Daar wordt bepaald, dat de inzending moet plaats hebben binnen twee maanden nadat de paragraaf in werking treedt. Aan hoofden en bestuurders wordt derhalve twee maanden gelaten om eene regeling in te zenden. Intusschen kan dan ook niet worden geëischt, dat in twee maanden eenige verplichting zoude bestaan ten aanzien van de regeling van dienst- en rusttijden. In verband daarmede is het eerste lid van

rusttijdenregeling

art.

359 opgenomen.

Met

het oog op het voorschrift van het tweede lid van art. 444 moet in het tweede lid van art. 350 als tijdstip, waarop de regeling behoort te zijn ingediend, bepaald worden dat, waarop de paragraaf in werking treedt en niet dat, waarop de wet in werking treedt. Met betrekking tot laatstgenoemd artikel wordt verwezen naar de toelichting, die gegeven werd van de artikelen 2 I en 444. De bevoegdheid om overeenkomstig eene niet goedgekeurde regeling een middel van vervoer in werking te hebben, houdt op wanneer de goedkeuring wordt geweigerd. Intusschen schijnt het niet billijk om den dienst onmiddellijk te doen staken zoodra de Minister ter kennis van het hoofd of den bestuurder van het vervoermiddel heeft gebracht, dat de goedkeuring wordt onthouden. Door den Minister kan daarbij een tijdstip worden bepaald, waarop zijne beslissing in werking zal treden, en eerst met dat tijdstip houdt de bevoegdheid op om zonder goedgekeurde regeling het middel van vervoer in werking te houden. Ten aanzien van openbare middelen van vervoer, die in werking worden gebracht na het in werking treden van de paragraaf, behoeft uit den aard der zaak geen nader voorschrift te worden gegeven omtrent het tijdstip, waarop de regeling ter goedkeuring behoort te worden ingezonden. Dergelijk middel van vervoer mag niet in werking zijn zonder dat de goedkeuring op de regeling van dienst- en rusttijden is verkregen. Uit den aard der zaak behoort de regeling der dienst- en rusttijden zich uit te strekken over de personen, die op het openbaar middel van vervoer dienst doen. Onder deze personen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen