Sociale hervormingen - pagina 215
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel I.
205
komt de premie voor toelichting
Art.^i.
van
het geheel ten laste van het Rijk, Zie de
art. 82.
De werkgever,
krachtens de wet verplicht de premie
te betalen, is niet bevoegd het betaalde geheel of gedeeltelijk op den werkman te verhalen, voor zoover het recht daartoe hem niet gegeven wordt. Ook zonder de bepaling van art. 8 1 zou de werkgever dus het betaalde niet op den werkman mogen ver-
halen, tenzij hem dit was toegestaan. Niets zou intusschen partijen beletten bij overeenkomst van de regeling van art. 80 af te wijken, indien de wet dit niet verbood. Van het doeltreffende van bepalingen als die van art. 81 is de Regeering niet overtuigd. Het tegendeel is waar. Zoolang echter art. 44 van de Ongevallenwet 1901 blijft bestaan, zou het tot onjuiste gevolgtrekkingen kunnen leiden, indien in de Invaliditeitswet een dergelijke bepaling niet werd opgenomen, (i) Art. 81 beperkt daarom partijen in de vrijheid van contracteeren, uitsluitend echter voor zoover betreft het recht van den werkgever om de premie op den werkman te ver-
halen; het artikel verbiedt niet overeen te komen, dat de werkgever den geheelen last der premie draagt.
De werkgever is dus, zelfs met toestemming van den werkman, onbevoegd de premie geheel of gedeeltelijk op dezen te verhalen, voor zoover dit hem niet bij of krachtens deze wet is toegestaan. Zie de toelichting van het voorgaande artikel. Dat de bepaling van art. 81 weinig of geen nut heeft, blijkt al dadelijk hieruit, dat de werkgever, ook zonder het loon te verlagen, kan bereiken, hetgeen de wetgever voorkomen wil. Wordt bijv. de premie gekweten door het plakken van rentezegels op een kaart, dan kan de werkgever met den werkman overeenkomen, dat deze zelf, vóór de loonbetaling, het rentezegel plakt; de werkgever is dan ingevolge art. 79 geen premie verschuldigd en overtreedt door dergelijke overeenkomst art. 81 niet. Een vordering tegen den werkgever heeft de werkman in dat geval niet de werkgever was toch, tengevolge van de betaling der premie door den werkman, ingevolge de wet niet verplicht een premie te betalen. Den werkman niettemin, op het voorbeeld der Duitsche wet, (2) de bevoegdheid te geven de helft der door hem betaalde premie op den werkgever te verhalen, ;
achten ondergeteekenden niet wenschelijk. Een dergelijke bepazou de deur openzetten voor knoeierijen en tot verschillen aanleiding geven (3); de werkgever, die een lossen werkman te werk stelt, zou er aan bloot staan dezen de helft te betalen eener premie, die betaald was, niet door den werkman maar door een anderen werkgever. De werkman zou ook zelfde premie kunnen ling
(i) Zie
17
de
beraadslagingen, gehouden in de vergadering der bladz. 371/2 der Handelingen.
Tweede Kamer van
November 1899, (1) §
144 der wet van 1899. 1 van BossE en VON "WOEDTKE op § iii der wet van 1889.
(3) Zie aant.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's