Sociale hervormingen - pagina 104
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel I. Stuk II.
366 niet alleen te verstaan de tijd, dat het bedrijf ter zee wordt is uitgeoefend, maar ook de tijd, waarin de werkzaamheden ten behoeve der zeevisscherij worden verricht vóór het begin en na afloop eener zeereis. Het haringseizoen is niet beperkt, tot den tijd, dat de vaartuigen op zee zijn, ongeveer van Juni tot Decem-
maar vangt voor de toepassing der volgende artikelen aan op den dag, waarop een of meer leden der bemanning een aanvang maken met de voorbereidende werkzaamheden voor die visscherij. Het seizoen eindigt op den dag, waarop ten behoeve dier visscherij door die bemanning niet meer wordt gewerkt. Datum van aanvang en einde van het seizoen zullen in elke gemeente niet altijd gelijk zijn en kunnen ook verschillen naar gelang van de vaartuigen, waarmede een bedrijf wordt uitber,
geoefend.
Dientengevolge bepaalt het tweede lid, dat met deze omstandigheden bij het vaststellen der tijdstippen van aanvang en einde rekening kan worden gehouden.
Volgens artikel g is onder zeereis te verstaan de zeevisschersvaartuig deze reis vangt aan op het tijdstip, waarop in eene Nederlandsche gemeente of op eene Nederlandsche reede op het zeevisschersvaartuig het anker wordt gehcht of het vaartuig wordt losgemaakt om zee te kiezen en eindigt op het tijdstip waarop na terugkomst uit zee in eene Nederlandsche gemeente of op eene Nederlandsche reede het zeevisschersvaartuig voor anker of vastgemeerd ligt of op land is gebracht. Buiten den tijd der zeereis. Hieronder valt niet alleen te verstaan de tijd, dat de verzekerde vóór of na eene zeereis ten behoeve van het zeevisschersbedrijf landwerkzaamheden verricht, maar ook de tijd, dat hij tengevolge van overmacht tijdens eene zeereis gedwongen is zich ergens anders op te houden dan op het zeevisschersvaartuig, waarop hij tijdens die zeereis werkzaam Artikel
reis
was
van
30.
een
(zie art.
;
2,
sub
3".).
Artikel 31. Het kan voorkomen, dat een verzekerde reeds bij den aanvang eener zeereis door een bedrijfsongeval wordt getroffen, dat van dien aard is, dat hij de verdere reis niet kan meemaken of niet in staat is zijn werk aan boord te verrichten. Is het vaartuig, waarop hij zich bevindt nog in de nabijheid van de Nederlandsche kust of nog niet in open zee, dan zal de getroffene in den regel zoo spoedig mogelijk aan den vasten wal worden gebracht en het vaartuig daarna zijne reis voortzetten. Werd eene bepaling als vervat in art. 3 1 niet opgenomen, dan zou die verzekerde volgens de na te bespreken artikelen eerst eene uitkeering ontvangen, indien het vaartuig, waarop hem het ongeval trof eene volgende zeereis ondernam (art. 37) of na afloop der zeereis van het vaartuig waarop het ongeval hem trof (artt. 32
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's