Sociale hervormingen - pagina 38
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel II.
28
de allerlaatste jaren, verder strevende meeningen getracht baan te breken. De oorzaak is elders te zoeken, te weten in het standpunt, waarop Mr. Drucker zich bij zijne bearbeiding had geplaatst. Dat standpunt was het navolgende: dat de arbeidsovereenkomst is een privaatrechtelijk contract dat de plaats, waar zulk contract uitteraard thuis behoort, is het Burgerlijk Wetboek dat eene regeling van dit contract zich zoo nauw mogelijk behoort aan te sluiten en aan te passen aan den overigen privaatrechtelij ken inhoud van het Burgerlijk Wetboek, met name van het derde boek van dat Wetboek, waarin de regeling zou behooren te worden ondergebracht ter vervanging van de artikelen 1637, 1638 en 1639; dat diensvolgens regelingen van publiekrechtelij ken of economisch-publiekrechtelijken aard en vooral een naar het in
zich
;
;
publiekrechtelijke zweemende opzet der materie zelve, hier zooveel mogelijk zouden behooren te worden geweerd, daargelaten de vraag in hoeverre elders de bedoelde regelingen eene plaats zouden behooren te vinden. Deze gedachtengang, die volkomen logisch voorkomt, heeft natuurlijkerwijze tengevolge, dat de nieuwere meeningen betreffende het arbeidsvraagstuk en de arbeidsovereenkomst, die niet alleen de privaatrechtelijke zijde van de quaestie, soms meer dan nuttig, op den achtergrond dringen, maar de geheele quaestie als het ware willen vervormen en stempelen tot eene in de eerste plaats van publiekrechtelij ken aard, het stel bepalingen door Mr. Drucker ontworpen, vrijwel ongedeerd hebben moeten laten, omdat de door dezen uitgewerkte regeling zich niet verder konde bewegen, dan binnen een van den aanvang af door hem zelf streng afgebakend en afgesloten terrein. De ondergeteekende wenscht van deze z. i. verstandige gedragslijn niet verder dan onvermijdelijk is af te wijken. Hij acht de aangegeven methode van regeling niet enkel theoretisch juist, maar ook practisch alleen bruikbaar. Ofschoon hij niet heeft nagelaten ook verder om zich heen te zien, dan de beperkte hierboven aangegeven kring zich uitstrekt is hij daardoor geenszins geschokt geworden in zijne overtuiging, dat eene regeling van het arbeidscontract, wil zij binnen korten tijd kunnen slagen, behoort opgezet te worden als civielrechtelijke regeling
en
behoort beperkt
regeling,
bij
te
blijven
de arbeidsovereenkomst overeenkomst. 2.
Op van
den civielrechtelijken kant
zij
dat
§
tot
het ook, dat de ontwerper eener zoodanige eiken stap, dien hij doet zich behoort te herinneren,
van het vraagstuk,
Noodzakelijkheid en
de eerste plaats
b e teekenis
is
eene sociale
der voorgestelde regeling.
regeling der arbeidsovereenkomst, in den zin der individueele arbeidsovereenkomst, is sedert
wettelijke
regeling
in
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's