Sociale hervormingen - pagina 219
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel I.
2og
De
verzekerde, die zich als vrijwilliger verbindt, is niet „verde wapenen of in werkelijken dienst; dat hij vóór zijn verbintenis voor de militie ingeschreven of daarbij ingelijfd was, brengt daarin geen verandering. Maar ook hij, die zich niet plicht" onder
als vrijwilliger
verbonden
heeft,
kan
ö^/verplicht onder
de wapenen
of in werkelijken dienst zijn: zie de artt. 112 en 143 der Militie wet 1901. Over den tijd, niet verplicht onder de wapenen of in werkelijken dienst doorgebracht, wordt behoudens het bij art. 83 bepaalde, de premie door het Rijk niet betaald. De verzekerde, die van verplichten in onverplichten dienst overgaat, blijft in ieder geval verzekeringsplichtig, indien hij niet verklaart de verzekering als vervallen te beschouwen, en kan dus de verzekering voortzetten. Verkeert de verzekerde in een der gevallen voorzien in hoofdstuk XI van de Militiewet 1901, dan zal hij in den regel getracht hebben zich te onttrekken aan de verplichtingen hem bij die wet opgelegd; het Rijk behoort in dergelijk geval de premie niet te betalen. Betreft het een onwillekeurig verzuim, dan is er geen reden om den betrokkene in een minder gunstigen toestand te plaatsen aan de Koningin wordt daarom de bevoegdheid gegeven in ieder speciaal geval machtiging te verleenen om de premie te betalen. De milicien valt als zoodanig niet onder litt. a van art, i, maar de milicien, die bij zijn opkomst onder de wapenen of in werkelijken dienst verzekerd is, valt onder het tweede lid van art. I en is mitsdien blijkens art. 5 werkman, zoolang hij niet verklaart de verzekering als vervallen te beschouwen. Hij is echter niet werkzaam in een onderneming of een inrichting en staat tot het Rijk uitsluitend in een militaire dienstbetrekking (art. 5, alinea 3), zoodat het Rijk niet als werkgever zou kunnen worden beschouwd, indien dit niet uitdrukkelijk bepaald werd. Bovendien is de milicien, die verzekeringsplichtig blijft, bevoegd een verklaring af te leggen dat hij de verzekering als vervallen beschouwt en valt hij dus onder litt. b van art. 74. In afwijking van een en ander bepaalt art. 82 dat het Rijk als werkgever ;
de premie betaalt. Art. 83. De tijd onder de wapenen of in werkelijken dienst doorgebracht krachtens een wet, als bedoeld in het voorlaatste
van
6, in het tweede lid van art. iio of in het laatste lid 141 der Militiewet 1901 valt niet onder art. 82 van het ontwerp; hetzelfde geldt van den tijd onder de wapenen doorgebracht krachtens de Landweerwet of krachtens een wet bedoeld in het tweede lid van art, 7 of in art. 38 dier wet. Bij alge-
lid
van
art.
art.
meenen maatregel van bestuur
zal worden bepaald in welke premie over dien tijd door het Rijk zal worden betaald. Het ligt niet in de bedoeling te bepalen, dat over den tijd krachtens art. 1 1 der Landweerwet onder de wapenen door-
gevallen
I.
de
14
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's