Sociale hervormingen - pagina 51
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel I.
41 sloten vóór of op den vijftienden April 1905, voor de uitkeering van een bedrag, voldoende om op den dag der uitkeering te koopen een levenslange rente van 104 gulden per jaar, ingaande bij de vervulling van het zeventigste jaar, mits het bedrag moet worden uitgekeerd uiterlijk bij de vervulling van het zeventigste jaar en niet vóór de vervulling van het vijf en vijftigste jaar. Gelijke ontheffing wordt door het bestuur der Bank op (3)
verzoek verleend aan den werkman, wien voor de indiening om ontheffing, bij of na de vervulling van zijn vijf en vijftigste jaar, krachtens verzekering is uitgekeerd een bedrag, niet lager dan de contante waarde eener rente als bedoeld zijn
van het verzoek
in het
voorgaande
lid.
Het verzoek om
(4)
is niet voor toewijzing vatbaar, eigen hoofde krachtens deze wet
ontheffing
de werkman reeds verzekerd is of geweest is. indien
uit
Artikel 109. (i)
De werkman,
niet vallende
onder het voorgaande artikel:
die bij het in werking treden van artikel i verzekerd is voor een pensioen of een rente, voor zijn geheele leven, ingaande uiterlijk bij de vervulling van zijn zeventigste jaar, hetzij voor een kapitaalsuitkeering, uiterlijk bij de vervulling van zijn zeventigste jaar en niet vóór de vervulling van zijn vijf en vijfi".
hetzij
tigste jaar, of
wien vóór de indiening van het verzoek om ontheffing, of na de vervulling van zijn vijf en vijftigste jaar, krachtens verzekering een kapitaal is uitgekeerd, 2.
TdIj
kan op zijn verzoek door het bestuur der Bank voor den verzekeringsplicht worden ontheven. (2)
Het
laatste
lid
van het voorgaande
artikel
is
altijd
van
van
toe-
passing.
Artikel 110. Hij die op het tijdstip, waarop artikel i in werking treedt, van zeventig jaren heeft bereikt, heeft recht op een rente, indien hij aantoont, dat hij in de vijf jaren, onmiddellijk voorafgaande hetzij aan bedoeld tijdstip, hetzij aan de vervulling van zijn zeventigste jaar, krachtens het eerste lid van artikel i te zamen gedurende ten minste 208 weken verzekeringsplichtig 20ude zijn geweest, indien de verplichte verzekering bij den aanvang dier vijf jaren reeds ingevoerd ware, met dien verstande, dat de artikelen 6, 7, 8 j**. 107, 11 n. 2 en 106 buiten toepassing blijven. Voor de toepassing van het voorgaande lid wordt hij, die (2) in de vijf jaren, in dat lid bedoeld, ten gevolge van ziekte niet (1)
den
leeftijd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's