Sociale hervormingen - pagina 409
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel III.
397
van de opvatting van den bevoegden ambtenaar, de bepaling óf voor de patroons uiterst bezwarend zal zijn óf eene doode letter zal blijven.
Met name werd gevraagd,
of de bepaling ook van toepassingop vlasbraakhokken en zwingelketen. Herinnerd werd hier nog aan hetgeen bij de algemeene beschouwingen omtrent het wetsontwerp werd opgemerkt met betrekking tot de strafrechtelijke aansprakelijkheid van het hoofd of den bestuurder, meer bepaaldelijk bij gemeentebedrijven. De directeur toch van zoodanig bedrijf kan geene wasch- of badgelegenheid doen maken zonder besluit van burgemeester en wethouders, en dit college is voor de geldmiddelen weer afhankelijk van den gemeenteraad. zal zijn
Arf.
140.
meenden,
Deze bepaling vond
toejuiching.
Sommige
leden
de diamantslijperijen beperkt behoort te blijven. Immers, in sommige textiel-fabrieken worden looden klossen of gewichten gebruikt welke door de arbeiders gehanteerd moeten worden en dus schadelijke gevolgen kunnen veroorzaken. dat
zij
niet tot
ArL 141. De vraag werd gedaan, waarom hier de werklokalen bedoeld bij art. 121, onderden ^, niet worden genoemd. Geantwoord werd, dat het niet wenschelijk kan worden geacht, de bij dit artikel aan den bevoegden ambtenaar toegekende zeer uitgebreide macht verder te doen strekken dan strikt noodzakelijk voorkomt. De leden, die de vraag stelden, merkten naar aanleiding van dit antwoord op, dat toch ook in de bij art. 1 2 1 onder en ^ bedoelde werkplaatsen gevaar voor vergiftiging niet is uitgesloten, en dat de bepaling van art. 236 genoegzaam bewijst, dat de Regeering niet schroomt den bevoegden ambtenaar met de meest uitgestrekte macht te bekleeden. Het scheen echter hoogst wenschelijk, zooveel mogelijk van de beslissingen van dien ambtenaar beroep toe te staan.
/
ArL
Ingevolge deze bepaling zal ook bij de felste koude verwarming van een werklokaal niet vereischt worden, wanneer van den arbeider lichaamsbeweging wordt gevorderd, die niet „weinig" kan worden genoemd, en wanneer de aard van het bedrijf zich daartegen verzet. Men meende, dat bij deze bepaling niet genoegzaam rekening is gehouden met het klimaat 142.
behoorlijke
hier te lande.
Het begrip „koude weersgesteldheid" scheen zeer rekbaar en de in de Memorie van Toelichting aangevoerde reden, waarom geen bepaalde temperatuur kan worden aangegeven, weinig bevredigend.
ArL
143.
De woorden
, luchtig
getimmerte" zullen, vreesde
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's