Sociale hervormingen - pagina 217

205

gewone aantal werkuren tusschen andere uren van aanvang en einde worde bepaald. Voor jongens en voor meisjes, die hun veertiende jaar niet hebben voleind, en voor vrouwen kan het einde van den arbeid op niet later dan te lo uren des namiddags worden gesteld. dat het

—

Naast de mogelijkheid om vergunning te krij297. overwerk of tot arbeid op andere dan de gewone uren opent het ontwerp de mogelijkheid, dat het hoofd of de bestuurder zonder vergunning te hebben aangevraagd of verkregen, zelfstandig gedurende een grooter aantal uren of wel op andere dan de gewone uren kan laten arbeiden. Deze bevoegdheid schijnt niet te kunnen worden gemist. Waar aan den eenen kant de wet verder gaat met de beperking van den arbeidsduur en aan den anderen kant geen vergunning door of namens den Minister zal of kan worden verleend, zonder dat een onderzoek is ingesteld naar de omstandigheden, die een wijziging der gewone regelen noodzakelijk maken, daar moet wel aan het hoofd of den bestuurder eenige vrijheid worden gelaten om in zeer buitengewone gevallen zich zelf te helpen. Uit den aard der zaak dient nauwkeurig gewaakt tegen ontduiking. Met het oog daarop wordt voorgeschreven, dat van de bevoegdheid slechts voor ten hoogste 10 etmalen in een kalenderjaar zal kunnen gebruik gemaakt worden. Dat voorschrift zal prikkelen tot een zuinig gebruik der bevoegdheid vooral in het begin van het In geen geval mag voorts van de bevoegdheid een dusdajaar. nig gebruik worden gemaakt, dat voor langer dan 3 achtereenvolgende etmalen de gewone werkduur zoude worden verlengd. Ten einde eene der omstandigheden aan te geven, welke zich kunnen voordoen en waarin van de bevoegdheid gebruik zoude kunnen worden gemaakt, zij gewezen op het geval, dat in eene inrichting een ongeval heeft plaats gehad en dat enkele arbeiders 's avonds moeten helpen opruimen om den volgenden dag een wellicht zeer groot aantal arbeiders hun gewoon werk te kunnen doen hervatten. Overwerk van eenigen komt dan aan het geregeld voortwerken van allen ten goede. Voorgesteld wordt om ten aanzien van jongens en meisjes, die hun vijftiende jaar nog niet hebben voleind geen afwijking van de gewone regelen toe te staan buiten vergunning door of namens den Minister. Overigens schijnen de artikelen geen verdere toelichting te behoeven na hetgeen bij de art. 290 — 293 is aangeteekend. Arii. 294

gen

tot

—

Voor de toelichting van Artt. 298 302. verwezen naar hetgeen in het algemeene onder VII werd medegedeeld. Volgens het eerste lid van art. 298 zullen vrouwen, die in een winkel werkzaam zijn,

deze artikelen wordt deel dezer Memorie jongens, meisjes en gedurende i i uren

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen