Sociale hervormingen - pagina 261
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel II.
3i7
Zoolang het wettelijk blijft vrijstaan vreemde arbeiders in dienst nemen, scheen het in overeenstemming met de billijkheid, dat het loon dier arbeiders zou kunnen worden vastgesteld in hun eigen munt. Nu echter van verschillende zijden tegen deze wijze van vaststelling van het loon bezwaar rijst, heeft de ondergeteekende gemeend haar uit het ontwerp te moeten verwijderen, te meer, daar arbeiders van de soort, onder welke de meeste vreemdelingen plegen voor te komen, bij den werkgever inwonen, en dus het artikel op hen niet van toepassing zal zijn. Ten gevolge van de bepaling van art. 19, tweede lid, der wet van 28 Mei 1901 {Staatsblad n. 232,) tot nadere regeling van het Nederlandsche muntwezen, kon de uitsluiting der bevoegdheid om het loon in vreemd geld vast te stellen, op eenvoudiger wijze geschieden dan bij art. 15, i. van het ontwerp-DRUCKER, hetwelk, gelijk bekend, geruimen tijd verschenen is voordat genoemde wet tot stand is gekomen. Vermits krachtens bovengenoemd wetsartikel in bepaalde gemeenten schulden, in Nederlandsch geld aangegaan, met vreemde munt kunnen worden gekweten, is het niet noodig partijen bevoegd te verklaren in die gemeenten het loon ook in vreemd geld vast te stellen. te
Ook de ondergeteekende is de meening toei. {nieuw 2 .) gedaan, dat de te dezer plaatse in het Voorloopig Verslag besproken gebruiken om een deel van het loon in te houden ter bekostiging van vuur en licht in het werklokaal, niet in verband kunnen worden gebracht met dit artikel, hetwelk uitsluitend de vraag beantwoordt, op hoedanige wijze het loon bij het afsluiten der arbeidsovereenkomst kan worden vastgesteld. Overigens wenscht de ondergeteekende zich aan te sluiten bij het oordeel van de leden, die als hun gevoelen uitspraken, dat men in deze bepaling slechts een volkomen geoorloofden vorm van vaststelling van het loon heeft
te zien.
2 {nieuw 3 .) Ook ten deze veroorlooft de ondergeteekende zich het oordeel te onderschrijven van de leden, die deze bepaling .
bescherming namen.
in
{nieuw 4 .) De uitdrukking „voor zoover die voortbrengof grond- of hulpstoffen behooren tot de levensbehoeften van den "arbeider en zijn gezin" moet geacht worden evenzeer betrekking te hebben op de hoeveelheid, als op den aard, dier zaken. Hoewel de ondergeteekende van meening is, dat zulks door de uitdrukking „voor zoover" wordt aangeduid, heeft hij, 3
.
selen
voorkoming van twijfel, de redactie op dit punt verduidelijkt. Naar aanleiding van de opmerking betreffende de vaststelling van het loon in winkel waren, eene wijze van loonsbepaling, die ook den ondergeteekende ongewenscht voorkomt, heeft hij gemeend geene wijziging te moeten voorstellen, daar het geacht moet worden voldoende vast te staan, dat met „bedrijP bedoeld wordt die
ter
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's