Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sociale hervormingen - pagina 94

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sociale hervormingen - pagina 94

voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel I.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

:

84 maatregel van bestuur niet juist zijn opgevat en hij dientengevolge in een te hooge of te lage klasse geplaatst is, zou uit den aard der zaak niet-ontvankelijk zijn. Ingevolge het laatste lid van art. 2 valt onder art. i ook hij, die uitsluitend in verstrekkingen in natura betaald wordt, met of zonder huisvesting: de werkman kan een eigen woning hebben of bij een derde inwonen. In Duitschland zijn deze personen niet aan den verzekeringsplicht onderworpen (i). De hoofdreden, die tot de uitsluiting geleid heeft, bestaat hierin, dat het stelsel der wet, volgens hetwelk de werkgever de premie betaalt maar de helft daarvan op het loon van den werkman inhoudt, ten aanzien van bedoelde personen niet kan worden toegepast. De werkgever zou de helft der premie niet kunnen inhouden en mitsdien behalve het werkgevers- ook het werkmansaandeel in de premie betalen dit ware onbillijk en te drukkend voor den werkgever. Niet ten onrechte werd daartegen aangevoerd, dat men, door bedoelde personen niet aan den verzekeringsplicht te onderwerpen, in een andere onbillijkheid verviel: de werkgever is dan ontheven van de betaling van het werkgeversaandeel in de premie. Naar de meening van onder geteeken den zijn deze gronden voor noch tegen afdoende. Dat de arbeider verplicht wordt zich te verzekeren, is in zijn eigen belang, maar niet in dat belang ligt de rechtsgrond tot het opleggen van dwang; deze wordt gerechtvaardigd door de verplichting om te voorkomen dat men eventueel ten laste van anderen komt. Die verplichting is niet afhankelijk van den aard van het loon; de omstandigheid dat het loon geheel in huisvesting en verstrekkingen in natura bestaat, is op zich zelf geen reden om niet te zorgen voor den tijd, wanneer men niet meer in staat is te werken. Bestaat er dus voor den wetgever geen reden om uit te zonderen hem, die geen loon in geld ontvangt, dan blijft de vraag: mag de wetgever alleen een zoodanig stelsel kiezen, waarin alle bestaande verhoudingen passen, of behooren deze zoo gewijzigd te worden, dat zij passen in het stelsel, door den wetgever in het algemeen belang noodig geoordeeld? ;

Is de vraag juist gesteld, dan hangt het antwoord af uitsluitend van de mogelijkheid voor werkgevers en arbeiders om het bestaande te wijzigen, waaromtrent in dit geval geen twijfel bestaat het geldt hier wijziging der werkovereenkomsten in dezen zin, dat een uiterst gering deel van het loon, het werkmansaandeel in de premie der laagste loonklasse (art. 17), d. i. tien cent per week, in geld betaald wordt. Is de werkgever daartoe niet geneigd, dan kan hij zich niet beklagen dat hij de helft der premie niet mag

(i) § 3 wet 1889 en § 3 wet 1899; § 14, eerste lid, no. 3 en § 145, tweede wet 1899. Zie ook art. 2 van de aangehaalde schets van professor Greven.

lid

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905

Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's

Sociale hervormingen - pagina 94

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905

Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's