Sociale hervormingen - pagina 161
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel III.
149 heeft de ondergeteekende
gemeend, dat het ontwerp het motief,
waarom werkzaamheden zouden worden aangewezen,
niet behoeft
noemen.
te
te gaan komt het raadzaam voor de woonvertrekken ook te gewagen van slaapvertrekken.
Ten einde ontduiking tegen naast
Artt. 78
— 86.
Een
belangrijke eisch, die aan een werklokaal
kan worden gesteld, is die voor eene voldoende vrije luchtruimte voor lederen arbeider in verband met de hoogte van het lokaal. De reden, waarom op prijs gesteld moet worden, dat een werklokaal voldoende ruim zij, is daarin gelegen, dat het ruimte behoort bevatten om de schadelijke gassen, die het gevolg zijn van de aanwezigheid van menschen in een lokaal, te bergen op zoo-
te
danige wijze, dat de aanwezige personen daarvan geen nadeel ondervinden. Doordat die schadelijke gassen lichter zijn dan de buitenlucht hebben zij de neiging zich te verzamelen boven in het lokaal. Zullen de gassen geen nadeel toebrengen aan de arbeiders, dan moet boven de hoofden der arbeiders zich eene ruimte bevinden, groot genoeg om te waarborgen, dat die gassen niet in de ademhalingsorganen komen. Aangenomen, dat de lengte van den arbeider kan gesteld worden op 1.80 M., dan is het duidelijk, dat op een afstand van 1.80 M. van den vloer van een werklokaal zich eene ruimte moet bevinden, die grooter wordt naar gelang het aantal arbeiders toeneemt. Binnen zekere grenzen is het daarbij onverschillig of de ruimte zijne bepaalde grootte ontleent aan eene eenigszins meerdere hoogte dan aan eene eenigszins grootere oppervlakte. Voor eiken arbeider in het werklokaal moet derhalve zekere bo venruimte beschikbaar zijn, waarin de schadelijke gassen geborgen kunnen worden. Van de grootte van die bovenruimte is dan ook afhankelijk het
aantal
gesteld.
Nu
arbeiders, dat in het lokaal mag worden werkzaam heeft de ondervinding aangetoond, dat met een werk-
lokaal genoegen kan worden genomen, wanneer daarin voor eiken arbeider eene bovenruimte aanwezig is van een inhoud van 2.8 wanneer althans de hoogte van het werklokaal 3 Meter M'^., bedraagt of meer. In het werklokaal is dan voor eiken arbeider eene luchtruimte aanwezig van 7 M^. of meer. Aan elk werklokaal kan deze eisch niet worden gesteld. Met het oog daarop bevat het Veiligheidsbesluit ten aanzien van dit onderwerp eene onderscheiding der werklokalen in 4 categorieën. In de eerste plaats worden de werklokalen onderscheiden in schadelijke en minder schadelijke en in de tweede plaats worden zij verdeeld in oude en nieuwe. Onder de schadelijke werklokalen verstaat het Veiligheidsbesluit de lokalen, aangeduid in art. i Als oude werklokalen merkt het besluit aan de lokalen in fabrieken en werkals plaatsen, die vóór i Januari 1897 in werking zijn gebracht nieuwe de werklokalen in fabrieken en werkplaatsen 7ttet vóór dat tijdstip in werking gebracht. .
—
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's