Sociale hervormingen - pagina 304

292

De schafttijd om het middagmaal te gebruiken moet in alle fabrieken minstens één uur duren, tenzij de inspecteur toestaat, dat daarvoor minder tijd zal worden gegeven. Wanneer de werklieden meer dan i uur na des avonds 6 uur moeten arbeiden, moet hun een rusttijd van minstens 20 minuten worden toegestaan, om een maaltijd te gebruiken, alvorens den arbeid na 6 uur te beginnen.

AUSTRALIË. Nieuw-Sseland. a)

Mannen mogen

eene fabriek niet arbeiden

gedurende meer dan 48 uren per week niet begrepen

—

tijden d)

in

—

:

daarin de maal-

gedurende meer dan 8f uur per dag;

gedurende meer dan 5 achtereenvolgende uren zonder eene pauze van minstens f uur om den maaltijd te gebruiken. 6')

Deze bepalingen zijn en op mannen,

niet

van toepassing op machinisten en

die arbeid verrichten, welke moet zijn afgeloopen vóór dat het bedrijf in gang is en evenmin op enkele industrieën, als koelinrichtingen, zuivelinrichtingen, looierijen en

stokers

—

visch van verduurzaamde levensmiddelen, en spekslagerijen. Vermelding verdient nog de inhoud van art. 18^ der wet, hetwelk bepaalt, dat, indien in een vonnis van het Hof van arbitrage, gewezen vóór of sedert het aannemen der wet, eene beslissing is genomen ten aanzien der beperking van den arbeidsduur in een bepaalden nijverheidstak, bovengenoemde voorschriften, voor wat betreft dien nijverheidstak, en zoo lang als de beslissing van het vonnis van kracht is, zullen moeten worden gelezen en geïnterpreteerd met inachtneming dezer beslissing. pelterijen, fabrieken

en vruchten

—

De arbeidsduur voor mannen is wettelijk alleen gereVictoria. geld voor fabrieken of werkplaatsen, waar één of meer Chineezen werken en voor de meubelindustrie. In deze bedrijven mag niemand vóór 7-^ uur des morgens en na 5 uur des avonds of op Zaterdag na § 3.

2

uur namiddags werken.

Van den arbeidsduur van mannen

in wifikels.

Engeland. Ten aanzien van den arbeidsduur van mannen in winkels bestaan geen voorzieningen daar dergelijke voorzieningen alleen gelden voor personen beneden 18 jaren.

Door de wet van 30 Juni 1900, tot aanvulling Duitschland. van de Gewerbeordnung, is aan den Vilden titel van dit wetboek een afzonderlijk hoofdstuk toegevoegd, betreffende: „Gehülfe, Lehrhnge und Arbeiter in oflfenen Verkaufstcllen " (hoofdstuk VI, §§ 139- c—m).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen