Sociale hervormingen - pagina 246
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel II.
302 het geval zou zijn geweest, wordt door den inhoud dezer paragraaf van het Voorloopig Verslag voldoende weersproken. Door leden, die met de regeering van oordeel zijn, dat terecht het collectieve arbeidscontract buiten deze voordracht is gehouden, werd de meening verkondigd, dat zij hare beslissing ten deze in de eerste plaats had kunnen en behooren te rechtvaardigen door te wijzen op den gansch verschillenden aard en het zeer uiteenloopend karakter van individueele en collectieve arbeidsovereenkomst. Waar toch met de laatste bedoeld wordt eene overeenkomst, die gesloten wordt tusschen eene collectiviteit van werklieden met een of meer werkgevers of met eene collectiviteit van werkgevers aangaande arbeidsvoorwaarden, die in het vak zullen gelden, met de eerste daarentegen eenvoudig de overeenkomst, waarbij de arbeider zich verbindt om in dienst van den werkgever tegen loon arbeid te verrichten, daar springt het, naar het oordeel dezer leden, in het oog, dat in een ontwerp tot regeling der individueele arbeidsovereenkomst de collectieve arbeidsovereenkomst niet thuis behoort.
De Regeering
zou deze stelling niet geheel kunnen onderhet collectieve arbeidscontract van het individueele geheel in aard en karakter, toch valt niet te ontkennen, dat beide door een sterken band zijn verbonden. Het collectieve arbeidscontract, door in bepaalde vakken de arbeidsvoorwaarden te reglementeeren, bereidt en effent daardoor als het ware het terrein voor de arbeidsovereenkomst in den eigenlijken zin. Het verhoogt en consolideert voor hen, die bij de arbeidsovereenkomst in den eigenlijken zin betrokken zijn, de rechtszekerheid. Het schuift tusschen de wet en de arbeidsovereenkomst, die op deze wet is gebaseerd, een nieuwen factor, ten gevolge waarvan en waardoor die overeenkomst een tweeden, meer krachtigen steun ontvangt. Uit dit oogpunt bezien valt inderdaad te betwijfelen, of op de uitspraak, dat in een ontwerp tot regeling der individueele arbeidsovereenkomst co ipso geen plaats is voor de collectieve, niet iets af te dingen. Wat hiervan echter zij de vraag is niet van alles beheerschend belang, nu dezelfde vele leden in elk geval de overwegingen, die de Regeering tot het besluit hebben gebracht in deze wetsvoordracht niet ook aan het collectieve arbeidscontract eene plaats in te ruimen, alleszins juist achten. schrijven.
Al
verschilt
—
Het doet de Regeering leed te moeten verklaren, dat zij aan den wensch van eenige leden, die in de wet de voorwaarden wilden zien aangegeven, waaronder collectieve arbeidsovereenkomsten zouden kunnen worden gesloten, bij deze gelegenheid niet kan voldoen.
Het vakvereenigingswezen te hulp te komen valt niet binnen het kader van dit ontwerp. Dit doel is buitendien zoozeer publiekrechtelijk, dat het in geen geval in het Burgerlijk Wetboek zou
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's