Sociale hervormingen - pagina 342
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel III.
330
Vele anderen konden met deze afkeuring niet medegaan en er op, dat de uitsluiting, welke voortvloeit uit het bepaalde bij art. lo der Mijnwet 1903 {Staatsblad 1904, n". 73), geenszins bedoelt terug te komen op het beginsel neergelegd in art. 8 \an den bij Koninklijk besluit van 21 Januari 1897 {Staatsblad n". 46) vastgestelden algemeenen maatregel van bestuur integendeel, krachtens het bepaalde bij art. 9 van e ven genoemde Mijnwet zullen voor den arbeid in de mijnen en in of op alle bij de exploitatie eener mijn behoorende werken en inrichtingen voorschriften kunnen worden gegeven, veel strenger dan die waaraan de bij het tegenwoordig ontwerp geregelde arbeid zal zijn onderworpen.
wezen
;
De
c.
hierbedoelde
uitsluiting
scheen
aan
eenige
leden te
waarschuwden tegen de neiging, welke, naar zij meenden, bij de militaire Departementen zou bestaan, om zich aan het gemeene recht te ontrekken. Ook al kan men er
ruim
gesteld.
Zij
mede vereenigen, dat militairen in dienst niet onder de thans voorgestelde wet vallen, dan schijnt er toch nog geen reden te bestaan om die uitzondering tot alle personen uit te strekken die in dienst van den Staat onder leiding of toezicht van militairen arbeiden, als b.v. in militaire bakkerijen. Ook werd tevergeefs gevorscht naar de reden waarom de Topographische Inrichting bij het Departement van Oorlog, naar men althans meende, aan de werking der wet wordt onttrokken, terwijl de Algemeene Landsdrukkerij wel onder de bepalingen der zich
wet
zal vallen.
waarom
wordt van Rijksdat geheel dezelfde redenen, welke tot de uitsluiting van deze gestichten leidden, ook zullen gelden ten aanzien van de in verband met de aanstaande invoering van de Kinderwetten op te richten particuliere opvoedingsgestichten, welke niet anders zullen doen dan de taak van het d. Gevraagd werd, opvoedingsgestichten.
alleen gesproken
Men meende,
Rijk overnemen.
Enkele leden hadden bezwaar tegen de
uitsluiting der
Rijkswerk-
inrichtingen.
De dubbele artikel
ontsiert,
ontkenning,
welke
de
laatste
zinsnede van het
werd algemeen geacht weinig aan de duide-
lijkheid bevorderlijk te zijn.
Algemeen keurde men het goed, dat deze bepaling 5. het ontwerp is opgenomen daardoor toch zal het ontwijfelbaar vaststaan, dat de werkzaamheden in vlasbraakhokken en Art.
in
;
zwingelketen aan de werking der wet zijn onderworpen. Er werd intusschen op gewezen, dat met volmaakt hetzelfde recht verscheidene andere, tot den zeer schadelijken arbeid te rangschikken werkzaamheden, welke met den landbouw en de veehou-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's