Sociale hervormingen - pagina 455
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel III.
443 aangeprezen, in Engeland gevolgde methode, waarbij het invoeren van nieuwe reglementen met verschillende waarborgen wordt
omgeven. Art. 315, b. Het minimum van i V2 uur voor de gezamenlijke rustpoozen werd door sommige leden te laag geacht. Zij meenden, dat het zonder bezwaar op 2 uur kan worden gesteld. Art. 316. Van meer dan ééne zijde werd de opmerking vernomen, dat de in dit artikel voorgestelde verhooging van den maximalen arbeidsduur tot 12 en op 60 dagen in het jaar zelfs tot 13 uren per etmaal niet door de daarvoor in de Memorie van Toelichting aangevoerde gronden wordt gerecht-
—
—
Men vreesde, dat sommige fabrikanten in deze bepaeene vingerwijzing zouden zien om het bedienen van den stoomketel slechts aan één man op te dragen. Gevraagd werd, waarom de bepaling slechts van toepassing zal zijn in fabrieken waar slechts één stoomketel in gebruik is men meende, dat geheel dezelfde motieven gelden voor het geval er meer stoomketels zijn, wanneer voor de bediening van elk daarvan slechts één man is aangewezen. Ook in dit artikel behoort, naar het oordeel van sommige leden, de voor rust bestemde tijd op 2 uur te worden gebracht. vaardigd. ling
Art. 317. Sommige leden zouden deze bepaling, krachtens welke de gewone arbeidsduur, behalve voor hem die met het bedienen van den eenigen stoomketel is belast, ook voor sommige andere mannen met een uur kan worden verlengd, beperkt wenschen te zien tot de gevallen waarin die arbeidsduur wordt bepaald art. 311 of krachtens art. 313. Men vroeg, of art. 312 niet gevolge van eene vergissing in de bepaling is opgenomen; door die opneming toch wordt aan de bepaling een ruimere strekking gegeven dan zij had in het voor-ontwerp.
door ten
Art. 318. Men verkeerde in onzekerheid met betrekking tot het verband tusschen art. 3 1 9 en art. 3 1 6. Gaarne zou men daarom vernemen, of door het verleenen van eene vergunning ingevolge art. 319 de bij art. 316 gegeven bevoegdheid voor den in de vergunning bepaalden tijd buiten werking treedt. Men merkte
op, dat art. 316 een bepaald maximum aangeeft, terwijl ingevolge art. 319 nog verder dan dat maximum kan worden gegaan. Voorts werd gevraagd, of het argument, waarop art. 316 steunt, niet veel van zijne waarde verliest, indien krachtens eene andere bepaling aan het verdere personeel een arbeidsduur kan worden opgelegd, langer dan die welke voor den man bij den stoomketel is toegestaan.
daarbij
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's