Sociale hervormingen - pagina 440
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel III.
428
Andere leden konden zich met deze afkeuring volstrekt niet vereenigen en meenden, dat het niet aangaat, uitsluitend, ter wille van een beginsel want van nadeelige gevolgen voor de arbeiders blijkt hier niets de uitoefening van een bedrijf onmogelijk te maken dat hooger loon niet kan worden gegeven, volgt, meenden deze leden, uit hetgeen in de Memorie van Toelichting omtrent de schrale winsten, welke het bedrijf oplevert, wordt medegedeeld. Sommige leden hadden bezwaar tegen de inrichting van het artikel. Het derde lid behoort huns inziens niet in de wet te worden opgenomen; hetgeen met de bepalingen van het tweede en het derde lid wordt beoogd zou even goed, en uit legislatief oogpunt beter, kunnen worden bereikt door eene bepaling op te nemen, krachtens welke bij algemeenen maatregel van bestuur of wel door den Minister voor bijzondere gevallen uitbreiding kan worden gegeven aan de bepaling van het eerste lid. Van andere zijde werd dit denkbeeld bestreden. De leden hier aan het woord keurden het juist goed, dat dergelijke uitzonderingsbepalingen in de wet worden opgenomen en dat daarbij wordt aangegeven voor welke gemeenten zij zullen gelden zij zouden het toejuichen, indien dit voorbeeld werd gevolgd ook in andere gevallen waarin voor bepaalde plaatsen aan afzonderlijke bepalingen behoefte bestaat. Gevraagd werd, of niet ook de gemeente Monnikendam behoort te worden vermeld sommige leden toch meenden te weten, dat ook Marker visschers de botvisscherij uitoefenen met gebruik van hoekwant. Door sommige leden werd de vraag gedaan, of de minimale nachtrust, in het tweede lid omschreven, niet eenigszins kan worden verlengd; een rusttijd van 8 uur 's avonds tot 2 uur in den vroegen morgen scheen hun wel wat heel kort.
—
—
;
;
;
Broodbakkeryen. Men verw^ees naar hetgeen bij met betrekking tot den nachtarbeid in bakkerijen werd opgemerkt. Voorts werd de opmerking gemaakt, dat in elk geval de door de jongens van 14 tot 16 jaar in eene bakkerij te verrichten werkzaamheden niet van dien aard zijn, dat die jongens reeds te 4 uur in den morgen noodig zouden zijn het aanvangsuur kon, meende men, zonder schade voor het bedrijf, voor de jongens op 6 uur worden gelaten. In elk geval scheen het niet noodig het vroegere aanvangsuur zestigmaal per kalenderjaar toe te laten. De meerdere drukte valt op de dagen welke onmiddellijk aan de Zon- en kerkelijke feestdagen voorafgaan; neemt men aan dat er 56 van die dagen in een kalenderjaar zijn, dan is dit stelHg niet te schriel berekend. Art.
art.
2-] 2.
266, onder a,
;
Art
2'/S.
Gistpakkerijen.
Verscheidene
leden
hadden
tegen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's