Sociale hervormingen - pagina 248
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel I.
238
makkelijker
maandelijks
de zegels
te
plakken.
Aan
misleiding
valt dan niet te denken, doch het feit moet betrekkelijk zwaar gestraft kunnen worden, niet alleen omdat allerlei verschillen
daarvan het gevolg kunnen zijn, maar omdat de betaling der premie er bij kan inschieten, al had de werkgever aanvankelijk het voornemen later de premie te betalen. De werkgever zal soms de rentekaart van den werkman in bewaring hebben en de zegels voor den werkman plakken, buiten tegenwoordigheid van dezen. Maakt hij daarvan gebruik om de helft der premie, die de werkman meent dat door den werkgever voor hem betaald wordt, van het loon af te houden, terwijl hij geen zegel of een zegel van een lagere loonklasse plakt, dan wordt het laatste lid van art. 1 1 9 toegepast. Voor de toepasselijkheid van dat lid is het overigens niet noodig, dat de werkgever een deel der premie van het loon afhoudt de werkgever valt onder de bepaling, zoodra hij opzettelijk den werkman in dwaling brengt omtrent het aantal of de klasse der premiën. die door hem voor den werkman worden betaald. Komt de werkgever met den werkman overeen, dat de premie voor het geheel ten laste van den werkgever blijft, en brengt de werkgever opzettelijk den werkman in de meening dat hij geregeld voor hem plakt, terwijl hij dit niet doet, dan bedriegt hij den werkman en valt hij onder het laatste lid van art. iig. Wordt het loon van den werkman op hooger dan 1000 gulden gebracht, dan is de werkgever krachtens de wet niet verplicht verder premiën voor den werkman te betalen, vermits de werkman dan bevoegd is tot het afleggen eener verklaring, dat hij de verzekering als vervallen beschouwt (art. i, tweede lid en art. 74, litt. a). Belooft de werkgever dan den werkman, dat hij voor dezen de premie zal blijven betalen, dan valt de werkgever niet onder het bereik van het eerste lid van art. 1 1 6, indien hij de premie niet betaald; er bestaat dan voor den werkgever geen wettelijke verplichting om de premie te betalen. Misleidt hij echter den werkman, dan valt hij onder het laatste lid van art. 119; voor de toepasselijkheid daarvan wordt niet gevorderd, dat de werkgever uit welken hoofde ook verplicht is de premie voor den werkman te betalen. ;
Art. 120. Ingevolge het tweede lid is de werkman, die over een kalenderweek geen premie betaalt, niet strafbaar, mits hij aantoont dat hij in de kalenderweek, waarover hij niet betaalde niet
gewerkt heeft tegen loon of
2".
ten
daaronder gevolge van ziekte, gebrek aan werk of werkgever niet gewerkt heeft.
valt uitsluiting (lock out)
Zoodra in
ondernemer, en
i^.
die
hij
week
—
als
—
één dag gewerkt heeft, kan hij niet gezegd worden niet te hebben gewerkt. Valt hij onder litt. a van
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's