Sociale hervormingen - pagina 75
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel III.
vroeger dan te 5 uur des voormiddags en het einde niet dan te 10 uur des namiddags worde gesteld.
later
Artikel 296.
Alvorens van de in art. 294 toegekende bevoegdheid gebruik te kunnen maken, is het hoofd of de bestuurder verplicht twee door hem onderteekende en gedagteekende kennisgevingen op te maken, bevattende den aanvang en het einde der uren, gedurende welke overwerk zal worden verricht. Het hoofd of de bestuurder is verplicht de eene kennisgeving, voordat hij van de in artikel 294 toegekende bevoegdheid gebruik maakt, op te hangen en zoolang hij van die bevoegdheid gebruik maakt, opgehangen te houden naast de in artikel 393 bedoelde arbeidslijst. Het andere exemplaar der kennisgeving wordt door het hoofd of den bestuurder onmiddellijk na de onderteekening en dagteekening gezonden aan den bevoegden ambtenaar, die zoo spoedig mogelijk een afschrift zendt aan den burgemeester der gemeente, waar het bedrijf is gevestigd. Artikel 297.
Het model der kennisgeving wordt
vastgesteld door
Onzen
Minister.
Artikel 298.
Jongens, meisjes en vrouwen, die zij het ook niet voortdurend een winkel werkzaam zijn, mogen niet langer arbeid verrichten dan gedurende elf uren per etmaal, terwijl de arbeid uiterlijk om 9 uur des namiddags moet zijn geëindigd. Eenmaal in de week mag de arbeid gedurende dertien uren per etmaal worden verricht en mag deze tot i o uur des namiddags voortduren. De jongens en meisjes echter, die tevens loop werk verrichten, mogen niet langer dan gedurende 10 uren per etmaal arbeid verrichten terwijl hunne werktijden moeten gelegen zijn tusschen 6 uur des voormiddags en 7 uur des namiddags.
in
Artikel 299.
Door den gemeenteraad kan onder Onze goedkeuring voor alle sommige winkels worden bepaald: a. de aanvang van de in het vorige artikel bedoelde werkuren
of voor
;
eind van de
—
werkuren hetzij voor alle werkdagen hetzij voor 5 werkdagen in de week op vroeger dan 9 uur des namiddags; b.
het
c.
dat de werkuren moeten worden onderbroken door rusttijden te geven duur.
—
van aan
Artikel laatstelijk
161 der wet van 29 Juni 1851 {Staatsblad n". 85) gewijzigd door de wet van 21 September 1900 {Staats-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's