Sociale hervormingen - pagina 392
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel II.
448 Artikel 1638/. Bij iedere uitbetaling zal het geheele bedrag van het verdiende loon worden voldaan. Echter kan ten aanzien van het in geld, doch afhankelijk van de uitkomsten van den te verrichten arbeid, vastgesteld loon bij schriftelijke overeenkomst of bij reglement worden bedongen, dat telkens, behoudens definitieve afrekening, zoodra daartoe de mogelijkheid zal bestaan, zal worden uitbetaald een zeker gedeelte van het loon, bedragende ten minste drie vierden van het gebruikelijk naar tijdruimte vastgesteld loon voor den wat aard, plaats en tijd betreft meest nabijkomenden arbeid.
Voor zooverre het in geld vastgesteld loon, daarvan, dat overblijft na aftrek van hetgeen door den werkgever niet behoeft te worden uitbetaald, en naaftrek van hetgeen, waarop derden rechten kunnen doen gelden, Artikel 1638^. het
of
gedeelte
niet wordt uitbetaald uiterlijk den derden werkdag na dien, waarop ingevolge de artikelen 1638/, 1638272 en 16380 de betaling had moeten geschieden, heeft de arbeider, indien deze nietbetaling aan den werkgever is toe te schrijven, aanspraak op eene verhooging wegens de vertraging', welke voor den vijfden tot en met den achtsten werkdag bedraagt vijf ten honderd per dag en voor eiken volgenden werkdag een ten honderd, met dien verstande, dat de verhooging wegens vertraging in geen geval de helft van het verschuldigd bedrag zal te boven gaan. Een beding, waarbij van deze bepaling wordt afgeweken, is alleen geldig ten aanzien van arbeiders, wier in geld vastgesteld loon meer dan vier gulden per dag bedraagt, en van
dezulken, wier loon uitsluitend bestaat in een bedrag, dat afhankelijk is gesteld van den jaarlijkschen omzet, opbrengst of winst van des werkgevers onderneming.
Artikel 1638 r. Behalve bij het eindigen der dienstbetrekking, tegen de vordering tot uitbetaling van het loon schuldvergelijking alleen toegelaten wegens de volgende schulden des arbeiders
is
i. de door goeding;
hem aan den werkgever
verschuldigde schadever-
hem volgens artikel 1637 u aan den werkverschuldigd, mits door dezen een schriftelijk bewijs worde afgegeven, vermeldende het bedrag van iedere boete, alsmede den tijd waarop en de reden waarom zij is opgelegd, met opgave van de overtreden bepaling van het reglement of 2
.
de boeten, door
gever
van de
schriftelijke
overeenkomst;
de bijdrage tot een fonds of de inlage in de rijkspost3 spaarbank, door den werkgever overeenkomstig artikel 1637W, 2 en 3 ., ten behoeve van den arbeider gestort; .
.
de huurprijs van eene woning, een lokaal, een stuk grond van werktuigen of gereedschappen, door den arbeider in eigen
4 of
.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's