Sociale hervormingen - pagina 253
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel III.
241 442.
Het gemis van een
zoude
tot
voorschrift, als vervat in dit groote onbillijkheden voeren. Tegelijk met het in werking treden van de wet kan geen volledige werking gegeven worden aan al hare voorschriften. Men denke aan het geval dat krachtens de Veiligheidswet tijdelijk vrijstelling is verleend van een krachtens die wet gesteld voorschrift ten aanzien der privaten. Bij het in werking treden van dit ontwerp zal die vrijstelling vervallen en de fabrikant dus zijn genoodzaakt zijne privaten terstond in te richten overeenkomstig de eischen van de nieuwe wet. Vermits die eischen in hoofdzaak gelijk zijn aan die krachtens de Veiligheidswet gesteld, waarvan de fabrikant nog eenigen tijd uitstel had, ware dit hoogst onbillijk. Eene door de bevoegde macht terecht verleende vrijstelling behoort niet te vervallen door invoering eener andere wet. Aan het hier behandelde bezwaar is tegemoet te komen, door gebruik te maken van art. 247 der nieuwe wet. Daartegen rijst echter het bezwaar, dat dergelijke ruime toepassing van het artikel een niet geringen omslag zoude medebrengen omdat alle nog loopende vrijstellingen zouden vervangen behooren te worden door nieuwe. Hetzelfde geldt van vergunningen, verleend krachtens een der artikelen 5, derde lid, en tweede lid, der bestaande Arbeidswet. In verband daarmede 6, bepaalt het ontwerp, dat hij, die in het bezit is van eene dergegelijke vergunning of vrijstelling, geacht wordt te voldoen aan of in de plaats treden de voorschriften, die overeenkomen met van het voorschrift, waarvan afwijking werd vergund of vrijstelling is verleend, zoolang hij niet in strijd handelt met die vergunning of vrijstelling. Is het tijdstip bereikt, tot hetwelk de vergunning of vrijstelling is verleend, dan houdt deze fictie op te werken. Behalve het boven besproken geval doet zich nog een ander voor, waarin ook eene regeling getroffen dient te worden. Toen de bestaande Arbeidswet nog slechts kort in werking was, zijn door den toenmaligen Minister van Justitie vergunningen tot afwijkingen van enkele artikelen verleend, zonder dat daarbij een eindtermijn is gesteld. Aan de werking van die voor onbepaalden tijd verleende vergunningen behoort een einde te komen. Intusschen behooren de gebruikers eener dergelijke vergunning de gelegenheid te hebben om zich gedurende zekeren tijd voor te bereiden op de naleving der in het ontwerp genomen bepalingen. Daaraan wordt genoegzaam voldaan wanneer wordt bepaald, dat deze vergunningen met Januari 191 3 vervallen.
Art.
artikel,
—
I
voor, om de mogelijkheid voorschriften, die betrekking hebben op den arbeid, verricht door leerlingen, op een ander tijdstip in werking te doen treden dan het overig deel der wet. Alvorens toch die bepalingen
Art. 444.
te
openen
Het komt noodzakelijk
om
kunnen werken, moeten tal van maatregelen worden voorbereid. Mocht deze voorbereiding meer tijd eischen dan thans is te voorzien, III.
dan zoude
bij
gemis van de bevoegdheid,
die in het 1
tweede
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's