Sociale hervormingen - pagina 110
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel III.
98 huisindustrie ook thans onder de bepalingen omtrent arbeidsduur en rusttijden der Arbeidswet, doch de moeihjkheid, gelegen in
het bewijs dat de patroon den arbeid doet verrichten en dat ter hetgeen noodig is om de plaatse pleegt te worden gearbeid is oorplaats te kunnen aanmerken als fabriek of werkplaats zaak, dat de huisindustrie veelal ongemoeid moest worden gelaten. Met betrekking hiertoe zij verwezen naar de artikelen 25 1 en 397. Met betrekking tot de naleving van de voorschriften tot beper-
—
—
king van den arbeidsduur kan, naar de meening van den ondergeteekende, het ontwerp niet verder gaan dan de hoofden en bestuurders van fabrieken en werkplaatsen er voor aansprakelijk te stellen, dat door hunne arbeiders, die ook /;/ de fabriek of werkplaats werkzaam zijn, niet te lang wordt gewerkt of alleen wordt gewerkt op uren, waarop de arbeid geoorloofd is, onverschillig of die arbeiders werkzaam zijn in of buiten de fabriek of werkplaats. Het medegeven door den patroon en evenzeer het medenemen van werk naar huis zal dan in de practijk niet zoo g-emakkelijk meer kunnen plaats hebben. Die verantwoordelijkheid te strekken over alle mogelijke personen, die werkzaam zijn ten behoeve van het bedrijf, hetwelk in de fabriek of werkplaats wordt uitgeoefend, gaat te ver. Het is toch mogelijk, dat het hoofd of de bestuurder van eene fabriek of werkplaats de personen niet kent, die op tal van plaatsen eigenlijk ten behoeve uit
van zijn bedrijf werkzaam zijn. Maar ook afgescheiden daarvan kan bijv. een sigarenfabrikant toch eigenlijk niet aansprakelijk worden gesteld voor het in acht nemen van de voorschriften omtrent arbeidsduur en omtrent het verbod van sommigen arbeid in de woonhuizen van zijne arbeiders. Wanneer de vrouw van een thuiswerker binnen de vier weken na hare bevalling haren man behulpzaam is bij zijn werk dan wordt in strijd gehandeld met art. 70, maar dan kan daarvoor onmogelijk de fabrikant aansprakelijk worden gesteld. Uit een en ander volgt dus geenszins, dat voor het naleven van de bepalingen omtrent den arbeidsduur van arbeiders, die te huis arbeiden ten behoeve van een bepaald hoofd of bepaalden bestuurder van eene fabriek of werkplaats, eigenlijk niemand aansprakelijk zal zijn. Wanneer toch de arbeid, die thuis wordt verricht, dat huis of een gedeelte daarvan stempelt tot eene fabriek of werkplaats, dan zal nagegaan dienen te worden wie als hoofd of bestuurder van die fabriek of werkplaats moet worden aangemerkt en wanneer zoodanig hoofd of bestuurder aan te wijzen is, zal ook de hier bedoelde aansprakelijkheid op hem rusten. Ten aanzien van de aansprakelijkheid voor de naleving van de eischen, die het ontwerp aan fabrieken en werkplaatsen stelt, staat de zaak eenigszins anders. Zal niet de omstandigheid, dat de wet strenge eischen stelt aan de inrichtingen van den patroon, in de hand werken het ontstaan of de ontwikkeling der huisindustrie, dan behoort er
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's