Sociale hervormingen - pagina 293
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel II.
349 wijze" is thans eene uitdrukking opgenomen, ontleend aan § 113 der Duitsche Gewerbeordnung, waardoor de bedoeling van het voorschrift glashelder te voorschijn treedt. Ook in het ontwerp-DRUCKER was contractueele afwijking van de bepalingen van dit artikel toegelaten. Inderdaad, wanneer men bedenkt, dat de arbeider toch immer vrij moet blijven het aangeboden getuigschrift te weigeren, of het uitgereikte later te vernietigen, schijnt er geene afdoende reden te bestaan om hem de vrijheid te ontnemen, te eeniger tijd met den werkgever overeen te komen, dat hij zich op deze verplichting des werkgevers niet zal beroepen.
Vijfde Afdeeling. Art. 1639. Nu van verschillende zijden bezwaar werd ingebracht tegen de laatste zinsnede van dit artikel, terwijl de bedoeling, waarmede die bepaling in het artikel werd opgenomen, ook met behulp van art. 16390? kan worden verwezenlijkt, bestaat er geene bedenking tegen, deze zinsnede uit het artikel te verwijderen. In verband met hetgeen bij art. 1639 e omtrent het vakgebruik werd opgemerkt, schijnt het raadzaam ook in dit artikel het
woord
„plaatselijk" te
doen vervallen.
De ondergeteekende
veroorlooft zich de medehet Voorloopig Verslag voorkomende, te beschouwen als eene vingerwijzing om de bepaling onveranderd te handhaven. Immers een gebruik, dat medebrengt afwijking van contractueele verplichtingen, is een, op welks behoud geen prijs mag worden gesteld. De werkgever, die een arbeider in dienst neemt om zekeren arbeid voor hem te verrichten, heeft recht op de algeheele vervulling door dien arbeider van den bedongen arbeid. Slechts wanneer de werkgever zijne toestemming verleent, moet het den arbeider vrij staan zich bij het verrichten van den arbeid de hulp van een derde te verzekeren.
Art.
deeling,
16390. bij
dit artikel in
Art. 1639 b. De ondergeteekende is niet geneigd deze bepaling overbodig te achten. Evenals in de vorige afdeeling de verschillende verplichtingen des werkgevers worden aangeduid, terwijl art. 1638 w {nieuw art. 16382) ten slotte een algemeenen leiddraad geeft voor zijn optreden tegenover den arbeider, zoo is in deze afdeeling, handelende over de verplichtingen des arbeiders, plaats voor de vermelding van de verschillende plichten, die krachtens de gesloten overeenkomst op den arbeider rusten, naast het artikel 1639^, dat hier het pendant vormt van art. 1638 a; {nieuw art. 16382) der vorige afdeeling. Onvolledig was de bepaling echter zeker: ten einde dit gebrek te verhelpen heeft de ondergeteekende gemeend het artikel te moeten aanvullen, niet slechts
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's