Sociale hervormingen - pagina 492

480

Ten zij,

slotte

zij

dat het van groot belang is, dat gaan werken, geheel drankvrij zijn.

nog opgemerkt,

die in eene caisson

het bovenstaande zullen de artikelen van het ontwerp van

Na

wet geen uitvoerige toelichting vereischen. Het navolgende worde nog opgemerkt: schijnt raadzaam aan een algemeenen maatregel te laten het stellen van de eischen, waaraan over van bestuur behoort te worden voldaan en derhalve die eischen niet op te nemen in de wet zelve. Het is toch niet onwaarschijnlijk, dat de eischen, die men thans zoude wenschen op te nemen, reeds vrij spoedig aanvulling of wijziging zullen vereischen wanneer de inspecteurs van den arbeid de thans te nemen maatregelen in zake de caissonwerkzaamheden in de praktijk zullen hebben zien werken. Mitsdien is het wenschelijk om de mogelijkheid te openen om dergelijke aanvulling of herziening spoedig te kunnen aanbrengen. Dit geschiedt het beste door de eischen te doen vaststellen bij algemeenen maatregel van bestuur.

Art.

I.

Het

Art 4. De gelegenheid moet bestaan, dat de inspecteur van den arbeid voorschriften geeft met betrekking tot hetgeen bepaald zal worden in den algemeenen maatregel van bestuur. In de Veiligheidswet en evenzeer in het ontwerp-Arbeidswet 1904 wordt soortgelijke bevoegdheid toegekend. Dit is geschied omdat nóch bij wet nóch bij algemeenen maatregel van bestuur volledig de eischen kunnen worden vastgesteld, waaraan moet voldaan b.v. ten aanzien van luchtverversching en de nadere aanduiding van hetgeen in elk bijzonder geval moet worden gevorderd van een deskundig ambtenaar zal moeten uitgaan. Hoewel volgens het ontwerp-Arbeidswet 1904 ook aan ambtenaren der arbeidsinspectie, die onder de bevelen van den inspecteur werkzaam zijn, de bevoegdheid zal kunnen worden toegekend om voorschriften te geven (Memorie van Toelichting op de artikelen 236—246), kwam het niet raadzaam voor daartoe ook. Zoolang in nevensgaand ontwerp van wet het voorstel te doen. is alleen getreden, is werking in niet Arbeidswet nieuwe de toch de inspecteur van den arbeid bevoegd om voorschriften te geven op het ruime gebied van werkzaamheid, hetwelk aan de ambtenaren der arbeidsinspectie door de bestaande Arbeidswet en de VeiUgheidswet is toegewezen. Daarop thans ten behoeve van den

caissonarbeid wenschelijk. Artt. 5, 6 en

7.

eene

Het

geregeld met werd opgemerkt in de

hetgeen

wet

1904.

uitzondering

toe

te

staan

schijnt niet

deze artikelen bepaalde komt overeen behoudens hetgeen bij art. 4 artt. 238—246 van het ontwerp-Arbeids in

is

—

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen