Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 11
I.
Voorbereidende
genade.
Door voorbereidende genade moet eenig
voorbereidend
werk,
niet
worden verstaan
dat de zondaar heeft te doen,
geschii<theid te bekomen om genade te maar het is, gehjk Dr. Kuyper terecht zegt, „eene genade die zelve voorbereidt." De Heere handelt met den uitverkoren zondaar, die tot jaren van onderscheid gekomen is, gelijk een landbouwer met zijn land. Niet in een onbewerkt stuk land toch strooit deze het zaad, maar eerst bereidt hij den grond
ten
eenige
einde
ontvangen
;
door ploeg en egge, en daarna zaait hij het zaad daarin. Alzoo doet ook de Heilige Geest, wanneer Hij naar Zijn voornemen den uitverkoren zondaar wil levend makenEerst bewerkt Hij hem, nog onwedergeboren en hard zijnde, door Zijne genade, waardoor Hij allerlei middelen dienstbaar maakt tot verwekking van onrust en ernstige bekommering aangaande zijnen toestand voor de eeuwigheid. Zijne conscientie getuigt tegen hem, en de heilige Wet Gods veroordeeld hem. Hij gevoelt zijne verdoemelijkheid voor God en is overtuigd van zijne onmacht ten goede, n.1. om iets Gode welbehagelijks te kunnen doen, en ziet zijne geneigdheid ten kwade, langs welken weg hij door de genade Gods een bekwaam voorwerp gemaakt wordt, om in de krachtdadige roeping het zaad des Woords tot zijne levendmaking te ontvangen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906
Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906
Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's