Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 254

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 254

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

DE HEILIGE DOOP.

244 „Hieruit ooi<:

zeer

(n.1.

uit iietgeen

heel dezelfde

iiij

te

voren gezegd

liad)

wordt

de bediening van Johannes g e= geweest met die, weltce naderhand

dat

blijivbaar,

is

aan de Apostelen is opgelegd. Want de onderscheidene handen, waardoor de Doop bediend wordt, maken denzelven niet tot een anderen, maar dezelfde leer toont dat het dezelfde Doop is. Johannes en de Apostelen hebben met elkander overeengestemd in dezelfde leer beiden :

hebben gedoopt beiden

zonden,

tot in

bekeering,

den

beiden tot vergeving van

Naam van

Christus, van

Wien de

bekeering en de vergeving der zonden voortkwam. Johannes heeft gezegd dat Hij het Lam Gods is, door hetwelk

de zonden der wereld zouden weggenomen worden (Joh. 1 29) waar hij getuigt dat Hij het Offer is, den Vader aangenaam, dat Hij de Verzoener is der geregtigheid en de oorzaak der zaligheid. Wat konden de Apostelen bij deze belijdenis voegen ? Weshalve het niemand vreemd moet dunken dat de Oude Leeraars trachten onderscheid wij te ninken tusschen den eenen en den anderen Doop moeten hun gezag niet zoo hoog achten dat de zekerheid der Schrift daardoor zou worden verzwakt. Want wie zou liever het oor leenen aan Chrysostomus die ontkent dat de vergeving der zonden in den Doop van Johannes begrepen was, dan aan Lukas (3 3) die daarentegen beweert dat Johannes den Doop der bekeering tot vergeving der zonden gepredikt heeft ? Ook moet de spitsvinnigheid van Augustinus niet aangenomen worden, als hij zegt dat de zonden door den Doop van Johannes in hope zijn vergeven, maar dat die door den Doop van Christus met de daad vergeven worden. Want naardien de Evangelie-schrijver klaarlijk getuigt, dat Johannes in zijnen Doop de vergeving der zonden beloofd heeft, wat behoeft men dan dezen lof te verzwakken, dewijl geene noodzakelijkheid ons daartoe dringt ? En zoo men uit Gods Woord een :

;

;

:

onderscheid zoekt, zoo zal men geen ander vinden dan dat Johannes doopte in Dengene die komen zou, maar dat de Apostelen zulks deden in Dengene die Zich 4.") reeds geopenbaard had. (Luk. 3 16; Hand. 19 :

:

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906

Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's

Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 254

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906

Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's