Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 73

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 73

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET GELOOF.

'

63

welke ook veel werken en wonderteekenen Gods vervat Maar het eigenlijk instrument des r e c h t v a a r d i g= makenden geloofs, is da predikatie des Evangeliums. Rom. 1 16. Uzi Evangelium is een kracht Gods tot zaligheid een iegelijk die gelooft. Rom. 10 17: Het geloof is uit het gehoor en het gehoor door Gods Woord. in

zijn.

:

:

Zoo wordt dan nimmermeer het rechtvaar=

digmakend geloof ordinairlijker wijze ge= in de volwassenen zonder depredi=

wrocht

kjng des Evangeliums." Dat en

Ursinus hier bedoelt het geloof, ais levensbeginsel,

niet

het geloof

als een daad, uit dat beginsel voort-

vloeiende, volgt hieruit, dat

hij

hier uitdrukkelijk

noemt het

rechtvaardigmakend geloof, 'm onderscheiding zeker van hel: geloof als daad des geloovigen, dat niet rechtvaardigt voor God terwijl, zoo hij het geloof als vrucht van het levensbeginsel hier bedoeld had, hij niet bepaaldelijk zou hebben gesproken van de volwassenen, alsof dit geloof niet altijd door middel van de prediking des Evangeliums gewerkt wierd gevende de woorden „gewrocht wordt" bovendien h:er toch te kennen het scheppen of inplanten van een nieuw levensbeginsel, n.1. het rechtvaardigmakend geloof ; uit welke v/oorden dus volgt, dat ook Ursinus ten aanzien van de volwassenen, evenals Calvijn en Comrie, geen tijdruimte stelt tusschen de inplanting van het nieuw levensbeginsel en de bekeering. Dat liet geloof bestaat in kennis, toestemming en vertrouwen, en dat geen dezer drie zaken, die tot het geloof wezenlijk behooren, daaruit gemist kan worden, en ook niet gemist vi/ordi, evenmin als, gelijk Comrie zegt wijl elke lijn van een driehoek tot het wezen van een driehoek behoort, geen dezer lijnen voor het bestaan van den driehoek gemist kan worden, moge blijken uit hetgeen vooral Calvijn en Comrie ten dien aanzien daarvan zeggen. Calvijn, sprekende in zijn „institutie, Bk. Ili Hfdst. II, § 14 over de k e n n s, als tot het geloof wezenlijk behoorende, zegt daar: „Als wij het" geloof eene kennis noemen, zoo verstaan wij daarmede niet een zoodanig begrip, gelijk ;

;

i

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906

Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's

Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 73

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906

Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's