Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 88
RECHTVAARDIGMAKING.
78
lijking, dan is het geen wonder dat men alles brengen kan en brengen zal tot de eeuwigheid, zoodat eigenlijk in
God alles reeds van eeuwigheid niet alleen besloten, maar ook daadwerkelijk geschied is; en derhalve, wijl Dr. Kuyper de „roeping" stelt na de wedergeboorte, dus óók de wedergeboorte, zoowel als de rechtvaardigmaking en verheerlijking in God van eeuwigheid zijn. Dat Paulus hier met de „roeping"' bedoelt de krachtdadige roeping, wijl op deze alleen de rechtvaardigmaking volgt, is niet twijfelachtig en wordt ook door onze kantteekenaren alzoo verklaard. Maar hoe kan de krachtdadige roeping plaats hebben, vóór dat de persoon die geroepen wordt, er is ? Dit wordt dan ook door Dr. Kuyper als onmogelijk toegestemd, als hij, sprekende van de krachtdadige
roeping,
(zie
blz.
13
hiervoor)
zegt,
dat die zich
maar tot dezulken die hooren kunnen ; dooden, maar tot herborenen, die evenwel nog
richt niet tot dooven,
dus niet
tot
Uit welk een en ander dus noodwendig volgen moet, dat naar het gevoelen van Dr. Kuyper alles wat wij
sluimeren.
den tijd zien gebeuren, eigenlijk is niet de uitvoering van Gods eeuwig raadsbesluit, maar de ontwikkeling en openbaring van wat reeds van eeuwigheid in God werkelijk geschied i s. Dat deze voorstelling niet is naar het Woord van God, wijl daarin altijd duidelijk onderscheiden wordt het voornemen Gods en de werkelijke uitvoering van het voornemen Gods in den tijd, is zeker. Daarom moet zoodanige voorstelling onvoorv/aardelijk, als eene poging om in het wezen en in de geiieimen Gods dieper dan ons betamelijk en geoorloofd is en ons is geopenbaard in te dringen, verworpen worden. Indien Dr. Kuyper met „in het raadsbesluit Gods geschied zijn" eenvoudig zeggen wilde, dat alles wat God van eeuwigheid in zich zelven voorgenomen heeft in den tijd in
ten
uitvoer
te
brengen,
in
God
even zeker
reeds werkelijk geschied was, omdat
van eeuwigheid bekend zijn, en doet en daarin door niets en
Gode
is,
alsof alles
werken eeuwig welbehagen niemand verhinderd kan
Mij zijn
al zijne
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906
Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906
Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's