Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 121

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 121

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

RECHTVAARDIGMAKING.

1 1

aangezien de Heilige Schrift omtrent de gronden onzer za ligduidelijk is, ofschoon de natuurlijke mensch geen terwijl Comrie in zijne „Eigengeestelijke dingen begrijpt heid

;

schappen

om

ten

des

aanzien

beschrijvingen

op blz. 65 zelfs den raad geeft, der rechtvaardigmaking bij de Bijbelsche

Geloofs"

te blijven,

daar het toch, gelijk Calvijn zegt

is, dat de mensch onderzoeke hetgeen de Heeré gewild heeft, dat bij Hem. verborgen zou blijven, en dat hij zelfs van de eeuwigheid af zou naspeuren de diepte zijner wijsheid die Hij door ons wil hebben aangebeden en niet begrepen, opdat Hij ook door die wonderbaar zou zijn in onze oogen." Brakel heeft, evenals Calvijn, zich dan ook meer aan de Bijbelsche beschrijving gehouden in zijne beschouwing over de Rechtvaardigmaking, en wensch ik zijn gevoelen dienaangaande, als ook dat van Johannes van der Kemp en van Aegidius Fr an eken, beide bij het gereformeerde volk wel bekend en vertrouwd, en eindelijk dat van Zacharias Ursinus nog te vermelden en daarmede dit onderwerp te besluiten. In zijn Redel. Godsd. Ie deel, alwaar Brakel handelt over de Rechtvaardigmaking, besclirijft hij die in § XII aldus „Regtvaardigen is een genadewerk van God, als regtyaardig Regter, den uitverkorenen, om de geregtigheid van Christus den Borg hun van God toegerekend, en van hen door het geloof aangenomen, vrij sprekende van de schuld en straf, en hen verklarende erfgenamen des eeuwigen levens." Hij on'kent vervolgens de rechtvaardigmaking van eeuwigheid, wanneer hij handelt over den tijd der rechtvaardigmaking, en zegt daarvan: „dat God van eeuwigheid heeft voorgenomen de zijnen door Christus verdiensten te regtvaardigen, maar dat is de regivaardigmaking zelve niet, waarvan de Schrift spreekt. Christus heeft in der tijd dadelijk voor alle zonden voldaan en hun de zaligheid verworven, en is daarop gercgtvaardigd in den Geest dus ziet God Zijne kinderen aan in Hem, maar dat is

(zie

blz.

straffeloos

:

91

hiervoor)

„niet behoorlijk

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906

Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's

Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 121

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906

Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's