Bilderdijk in zijne nationale beteekenis - pagina 71

6-^

Unierhaltungen mit dem Kanzler Friedrich

Goethe's

Gotha

1898.

den bekenden brief aan

22. 5) Zie vooral

BIz.

BrievenXW, 176, waar dien ik

iiij

en voorts

zijn dochter,

beheerschen, en erkende

te

maskers vermomt, ja

in alle

in

hoogmoed,

zich aldus uitlaat: „Ik verfoeide weldra mijn

onderzoek van mijzelven mij bevond

bij

den duivel, die zich

ik

benijdde den afschuwe-

booswicht, diedeaanzijns Verlossers voeten schreien mag. Gods genade

lijksten

redde mij

gruwel

Blz.

von Muller, Stuttgart,

uit

is".

den helschen toestand van waanheiligheid, die

Warande

Vgl. Dietsche

1876,

I

Zie de letterlijke aanhaling in de vorige aanteekening.

23. 1)

Bilderdijk's gevoelen omtrent de geestenwereld schreef de heer

nog pas een belangrijk komstig

leven.

Blz. 23. 2)

toppunt van

't

p. 101.

J.

opstel in het half maandelijksch tijdschrift: het Toe-

10e jaarg. no. 17 van

September 1906.

1

Voor wie Bilderdijk begrijpen

wil, is

bestudeering van een

man

Edmund Burke daarom zoo leerzaam, omdat beide deze mannen zich gewikkeld

zelfden strijd

Over

GÓBEL

S.

zagen.

Door de Aboriginal

Societies

in

als

een-

waren des-

ook onder de Engelsche Whigs de denkbeelden der Encyclopaedisten

tijds

voortgeplant,

en

toen Burke, wiens roem reeds hoog stond door zijn op-

treden voor de kolonisten in

Amerika, de Fransche Revolutie aanviel, was

aanvankelijk de tegenzin tegen

hem zoo

dat

men op een

sterk, dat hij

weigerde naast hem

diner

te

met Fox breken moest, en gaan

zitten, juist

zooals

het met Bilderdijk voorviel in de Maatsch. van Ned. Letterkunde (p. 266).

Morley, die thans minister voor Indië staat,

heeft niettemin

Co. 1897, aan dat

hij

zijn

destijds

in

zijn

in

zegevierde.

Nu

is

't

zelf principieel

alle recht

IVlacmillan

strijd

tegen Napoleon opnam, en er

opmerkelijk, hoeveel Burke met Bilderdijk

lot.

<S

doen wedervaren, en erkend

schappelijks heeft, niet alleen met zijn denkbeelden, fouten, zijn karakter en

John

tegen Burke over-

Engeland heeft omgezet, en mede oorzaak werd

van den moed waarmee Engeland den in

en

Burke by John Morley, London,

hooge beteekenis

den geest

is,

Ook

hij

maar

gemeen-

tot zelfs in zijn

eindigde met te verarmen maar kreeg toen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen