Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 174

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 174

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE BEKEERING.

164

van den mast slaapt doch wanneer God het hart door genade wederbaart, een nieuw hart schenkende, dan komt er terstond inzien en gevoel, en de arme ziel roept uit Wee mij, welk een zondig schepsel ben ik Wat is er een zondig, boos en ongebogen hart in mij, hetwelk de Heere dreigt Nu zucht de ziel er onder, Ps. 38 24, en heeft 4, beklaagt zich van harte, Rom. 7 31." een walg van zich zelven, Ezech. 36 Comrie spreekt hier duidelijk over wat de onherboren zondaar vóór de vernieuwing des harten is, en hoedanig hij is terstond nadat God zijn hart door genade heeft wederbaard en hem een niemv hart heeft geschonken. Voorts zegt Comrie nog op blz. 271 „Waar God een nieuw hart geeft, hetwelk een kenmerk van wedergeboorte ;

!

:

!

:

:

:

:

is,

is

terstond

een geestelijke

strijd."

Deze woorden, in verband met zijne pas door mij aangehaalde woorden „ Wanneer God het hart door genade :

wederbaart (dat is levendmaakt, gelijk uit den zin blijkt) „een nieuw hart schenkende,'' geven te kennen, dat Comrie wederbaren en een nieuw hart schenken hetzelfde acht, althans dat hij die wedergeboren is, ook een nieuw hart ontvangen heeft, ofschoon hij hier zegt, dat dit laatste kenmerk is van het eerste. Het is er dus verre van daan, dat Comrie, gelijk Dr. Kuyper, tusschen de wedergeboorte en de bekeering eenlge tijdruimte stelt. Natuurlijk geldt dit alleen volwassenen maar indien volgens Comrie het nieuw levensbeginsel in den zondaar niet aanwezig kan zijn, zonder dat het zich dadelijk, ecr^t in zwakkere en naderhand in sterkere daden des geloofs, openbaart, dan volgt daaruit, dat ook naar zijn gevoelen de kinderen, die wedergeboren zijn, hun wedergeboorte terstond na het gebruik hunner redelijkheid openbaren. Hoe zou er ook nog eenigen twijfel kunnen zijn aangaande het gevoelen van Comrie ten dezen aanzien, daar hij immers zegt, dat de uitverkoren zondaar, vóór dat Christus zich met hem vereenigt, dood is g e ij k alle ;

1

anderen,

terwijl

die

vereeniging

geschiedt,

in

zijne

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906

Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's

Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 174

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906

Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's