Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 252

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 252

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

242

DE HEILIGE DOOP.

welke beide gaven het zaad door de verborgene werking van den Geest reeds in hen is, schoon de gaven zelve hare gestalte nog niet hebben," allen schijn, alsof hij de wedergeboorte van de kinderen der geloovigen vóór hunnen Doop zou leeren, gelijk zij, die dit gevoelen voorstaan, daaruit willen bewijzen. Maar wanneer wij in aanmerking nemen, dat Calvijn aldaar den kinderdoop verdedigt tegen degenen, die beweren, dat de Doop aan het kind niet toegediend mag w£)rden, omdat het nog niet gelooven kan, waartegen hij aantoont dat God ook op andere wijze dan door de prediking des Woords het geloof kan werken, gelijk geschied is o.a. met Johannes den Dooper, dan kan hij met de kinderen, waarvan hij daar spreekt, geen anderen bedoeld hebben, dan de zoodanigen in wie Hij v/erkelijk als bij Johannes den Doopsr op verborgene wii::e he zaad der wedergeboorte gelegd had. Want hoe zou Calvijn hier alle kinderen kunnen hebben bedoeld, daar hij (zie § 17) degenen, die uit het voorbeeld van Johannes niet willen afgeleid hebben dat God doorgaans zoo met de jonge kinderen pleegt te handelen antwoordt dat ook h niet op die w z e r e d e= neert; terwijl hij zelfs het geloof door middel van het gehoor des Woords, beschrijft als de gewone huishou= ding en bedeeling Gods aangaande het geloof waarvan hij hier spreekt als het gewrocht des Heiligen Geestes als een hebbelijkheid, zooals, met het oog op het voorbeeld van Johannes, dat hij aanhaalt, uit zijne redeneering moet worden opgemaakt. Voorts verwijs ik ten ij

ij

dien aanzien naar hetgeen ik hiervoor in het stuk over de

Wedergeboorte uit Calvijn heb aangehaald. Dat tusschen het Sacrament des Doops onder ons en dat der Besnijdenis onder Israël geen wezenlijk verschil is, en dat de ongelijkheid alléén gelegen is in de uiterlijke teekenen, leert Calvijn duidelijk in §§ 3 en 4 van hetzelf„Wij zien dus dat aan de de hoofdst. alwaar hij zegt Vaderen dezelfde geestelijke belofte gegeven is in de deBesnijdenis, als ons geschonken wordt in den Doop wijl de Besnijdenis hun de vergeving der zonden en de :

;

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906

Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's

Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 252

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906

Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's