Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 225

DE HEILIGE DOOP.

215

het bewustzijn, dat zij liet niet verder kunnen dan deze opvoeding, maar dat God de Heere niet alleen machtig is, maar óók beloofd heeft, die opvoeding met Zijnen zegen tot hun tijdelijk en eeuwig welzijn uit genade te zullen bekroonen terwijl ook hunne kinderen bij het opwassen van God door den Doop vermaand en verplicht worden tot eene nieuwe gehoorzaamheid, namelijk dat zij dezen eenigen God, Vader, Zoon en Heiligen Geest, aanhangen, betrouwen en liefhebben van ganscher harte, van ganscher ziele, van ganschen gemoede en met alle krachten, de wereld verlaten, hunne oude natuur dooden en in een nieuw godzalig leven wandelen. In dezen weg heeft het God oudtijds onder Israël, en nu ook onder de nieuwe bedeeling, behaagd Zijne

voeden,

in

brengen

;

uitverkorenen

En

al

toe de

Doop

begeert

stig

uit

menschdom

het gevallen

te

vergaderen.

kan nu niemand zonder wedergeboorte doen waarverplicht, toch zal elk gedoopte, die dit ernte

doen, niet tevergeefs tot Zijnen Verbonds-

Gods roepen, pleitende op de beloften Zijns Verbonds, waarvan de Doop hun een zegel en ongetwijfelde getuigenis

is.

Nochthans is het blijkbaar de bedoeling van Dr. Kuyper,dat de ouders hunne kinderen als wedergeboren zullen beschouwen, omdat zij ze anders niet zouden mogen laten doopen, en

Doop anders een klinkklare ongerijmdheid zou zijn waaruit dus volgt, dat volgens Dr. Kuyper, bij alle kleine kinderen der gemeente die gedoopt worden, de wedergeboorte moet worden ondersteld, omdat zonder wederge-

de

;

mag worden. „Voor een Distel een Mirt" spreekt Dr. Kuyper over het ontvangen van den Heiligen Geest bij den Doop, zonder hetwelk hij zegt, dat de Doop geen Christelijke Doop is, en tracht dit op deze wijze te verdedigen uit Hand. 19. Hij zegt (zie blz. 90 en 91): „Doch hoor nu, wat de heilige Paulus te Efeze aan de Johannesboorte geen kind gedoopt In

het

werk

jongeren vroeg. „Hij

den

zei

tot

hen,

lees het

maar

Heiligen Geest ontvangen,

in

toen

Hand. 19: Hebt gij gij

geloofd

hebt ?"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen