Eenige grondwaarheden van den Christelijken Godsdienst - pagina 139
HEILIGMAKING.
129
Het is dus zeer duidelijk dat de heilige natuur door God vóór de waarachtige belceéring wordt ingescliapen eu de bekeering daaruit volgen moet, gelijk uit een zuivere fontein rein water opwelt Jac. 3 11; welke bekeering dus het bewijs is der heiligmaking ; terwijl toch dit alles geen plaats heeft, dan nadat de zondaar door het geloof gerechtvaardigd is, zooals volgt uit Hebr. 9 13, 14: „Want indien het bloed der stieren en bokken en de asch der jonge koe, besprengende de onreinen, hen heiligt tot de :
:
reinigheid
van
Gode
des
Christus,
vleesches di'e
door
hoeveel te meer zal het bloed den eeuwigen Geest zich zelven
:
onstraffelijk opgeofferd heeft.
Uwe
conscientie reini-
gen van doode werken, om den levenden God te dienen." En indien dus de bekeering het bewijs is der heiligmaking, zoo moet dan volgen, dat jeugdige kinderen die bekeerd zijn, daaruit hunne heiligmaking openbaren. In onze „Drie formulieren van Eenigheid" wordt niet uitdrukkelijk over de heiligmaking gehandeld. Meer bijzonder spreken
zij
over de rechtvaardigmaking door het
geloof, over de wedergeboorte en de daaruit voortvloeiende
goede werken, als vruchten van de waarachtige bekeering. Maar hoewel daarvan niet uitdrukkelijk gehandeld wordt, zoo is toch de zaak zelve, n.1, de geheele verandering en vernieuwing des zondaars, waaruit, als uit een nieuw, naar Gods beeld herschapen leven, de goede werken, als vruchten der dankbaarheid voortvloeien, daarin duidelijk genoeg omschreven. Alleen in art. XXIV onzer Gereformeerde „Belijdenis des Geloofs" staat aan h.et hoofd „ Van de heiligmaking en de goede werken." Doch ook in dit artikel wordt het Woord heiligmaking niet uitdrukkelijk genoemd, maar alleen gesproken van de vru.chten van het waarachtig geloof, beslaande in een nieuw leven en een vrijmaking van de slavernij der zonde. Calvijn spreekt in zijn „Institutie" ook niet uitdrukkelijk over de heiligmaking. Maar waar hij in het XiVde Hfdst. van het file Boek er over handelt „Hoedanig het begin der regtvaardigmaking en hare gedurige voortgangen zijn," :
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906
Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1906
Abraham Kuyper Collection | 324 Pagina's