Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 345

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 345

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

,

DE HEILIGE DRIEËENHEID. Personen overstraald ik kan ook de ;

scheiden, of ik tot

drie

343

Personen

niet onder-

word terstond weder gebracht en getrokken

één God."

Gevraagd mag zeer

zeker,

het Arianisme en Sabellianisme

als

het juist de strijd tegen

is

geweest, die tot het vast-

van het dogma der Drieëenheid geleid heeft, of de Heilige Schrift zelve niet een klare openbaring van dit wondere, ons menschelijk verstand zeer verre te boven gaand stellen

dogma gegeven

heeft.

Oude Testament wel de aandachtige

Hierop dient geantwoord, dat het verschillende gegevens biedt, welker

beschouwing en onderlinge vergelijking ons

dogma toelichten, maar niet een duidelijke mededeeling er van geven. In het scheppingsverhaal lezen Laat ons menschen maken naar ons wij eerst: „God zeide beeld, naar onze gelijkenis," en daarna: „God schiep den mensch naar Zijn beeld." (Gen. 1 26, 27.) Uit dat „ons" blijkt wel, dat er meer dan één Persoon in de Godheid is, maar niet hoeveel Personen daarin zijn. De éénheid des Wezens blijkt uit de woorden: „GW schiep". Gelijke opmerking valt te maken bij het lezen van Gen. 3:22: „Toen het mysterieuse

:

:

zeide

de

HEERE

God:

Ziet,

onzer een" en van Gen. 11:7 varen, uit

en

laat

de mensch

„Kom

is

geworden

als

aan, laat ons neder-

ons hunne spraak aldaar verwarren", want

zulke uitspraken blijkt wel de meerderheid der Personen

maar nog

niet

de Drieheid.

De

hoogepriesterlijke zegen-

van Num. 6 is zeer zeker in verband te brengen met de Heilige Drieëenheid, maar dan moet dat dogma zelf eerst van elders bekend zijn, en is dit het geval, dan wordt verstaan, dat de eerste zegenspreuk „De HEERE zegene u, en behoede u", door van zegenen en behoeden te gewagen, betrekking heeft op het voorzienig bestel in het scheppingswerk des Vaders; de tweede: „De HEERE spreuk

:

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 345

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's