Wetenschappelijke bijdragen tot bevestiging der Oud-Testamentische geschiedenis - pagina 200

.

:

WETENSCHAPPELIJKE GELOOFWAARDIGHEID onmetelijke hoogvlakten van Midden-Azië

De

smalle bergreeksen.

deelden in die beweging; terwijl de uitgestrekte westelijke vlakten

van

de

Vereenigde haar

Staten,

hoogste

Oceaan,

toen

eveneens

overvloed van

noordwestelijk Europa

van de Mississippi

den Grooten

Er is dat noordoostelijk Amerika en

punt

bewijs,

bij

tot

van

rijzing verkregen.

het einde dier periode van tweeduizend

hooger lagen dan ze nu doen. Voorts maakte einde van de tertiaire periode, die samenviel het verheffing op deze met den aanvang van den ijstijd, spoedig plaats voor een verlaging, die het land ver beneden zijn tegenwoordige hoogte deed zinken. Op het einde van den ijstijd lag het land bij Montreal zeshonderd

tot drieduizend voet

voet lager dan tegenwoordig, en verder noordwaarts duizend voet lager. Verlaten post-glaciale zeestranden komen op het Scandinavische schiereiland veelvuldig voor, tot op duizend voet boven den zeespiegel.

Lezing van het nieuwste boek over de geologie door Chamberlin en Salisbury bevestigt den indruk aangaande de onstandvastigheid aardkorst in de jongste geologische periode. Sprekende van het plioceen (de periode die in aardkorstbewegingen over de den ijstijd haar hoogtepunt bereikte) zeggen zij ^)

van

de

,

Omstreeks het einde van het plioceen schijnen er ver verspreide in de aardkorst te hebben plaats gegrepen in de meeste

bewegingen deelen van

Noord-Amerika. Deze deden de hoogte des lands toenemen, en de tijd van actieve erosie die er op volgde, is hier en daar bekend onder den naam van de Ozarkian- of Sicrran-periode. In

het

men

westen had

gewichtige post-tertiaire bewegingen.

De

op periodieke tijden een proces van rijzing door, waarbij men schat, dat er een verhooging heeft plaats gegrepen van twintig duizend voet (Dutton) en een verlaging van twaalf duizend voet, zoodat ze acht duizend voet boven

hoogvlakte

maakte gedurende het

den zeespiegel bleef. ^)

»Geology", Deel

180

.

.

III, biz. 311

— 317.

tertiair

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen