Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 240

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 240

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE NAMEN GODS.

138

gezien heeft, Denwelken niemand zien kan, omdat Hij een ontoegankelijk licht bewoont. Maar wij weten ook, dat het Hem beliefd heeft, in ongehouden goedheid, van Zich Zelven eene openbaring te geven, beide in natuur en in

ooit

God

genade,

zoowel

menschelijk

naar

vorm

als

berekend op het

inhoud

mensch den Onbekenden zou kunnen leeren kennen.

bewustzijn, opdat de

God in die openbaring

daarom, dat de vromen eenerzijds ootmoedig, anderdankbaar belijden, God niet in Zijn Wezen, wel in Zijn openbaring, naar de mate der persoonlijke vordering, te kunnen kennen. En daarom wordt deze gegeven openbaring de Naam Gods genoemd zij is voor ons het kenteeken Gods, doet ons verstaan al wat wij van God Almachtig kunnen weten, want buiten dien Naam of openbaring is

Het

is

zijds

;

nimmer eenige kennisse Gods

ons Zich Zelven te kennen

en

komt,

ons

te verkrijgen, dewijl

God

tot

geeft alleen en

Naam. Dat de Naam Gods, onder de vromen, vaste uitdrukking is van de openbaring van Zijn Wezen, blijkt duidelijk uit de keurige toelichting van den Heidelbergschen Catechismus Uw op de eerste bede van het allervolmaaktste gebed Naam worde geheiligd. Dat is „Geef ons eerste-

uitsluitend in Zijn Zelfopenbaring of

:

:

lijk,

in

dat

welke

wij

Uwe

U

recht kennen, en

U

in alle

Uwe

werken,

almachtigheid, wijsheid, goedheid, gerechtig-

heid, barmhartigheid

en waarheid klaarlijk

schijnt, heiligen,

Onder den Name Gods worden hier verstaan alle de werken Gods, alle de daden des Heeren, waarin en waardoor Hij Zich kenbaar maakt en Zich kennen doet. Die Name is het inbegrip van alle deugden en volmaaktheden, die van het Eeuwige Wezen uitstralen om Zijn macht te betoonen, Zijn genade te bewijzen, Zijn goedheid

roemen en

prijzen."

En daarom, als de Heilige Schrift spreekt van den Name Gods, zonder eenigen bij zonderen Naam te noemen, van den Name zonder meer, dan verstaan wij daar-

te verheerlijken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 240

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's