Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 37

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 37

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET RATIONALISME.

35

waar metterdaad God ons in het verstand een Zijner gaven schonk. Doch hierbij bleef het niet; de oude geschiedenis van Scylla en Charibdis herhaalde zich, men verviel spoedig van het eene in het andere uiterste. Het rationeel onderzoek werd Rationa lisme, het hooghouden van het intellect liep op Intellectualisme uit. Door de mannen dezer wijsbegeerte werd het intellect boven alles geprezen, en de waarde van het gezond verstand hemelhoog opgevijzeld. De menschelijke rede slechts kwam als kenbron in aanmerking, zij alleen was een betrouwbare maatstaf ter beoordeeling. Van Cartesius, den vader van het Rationalisme, is het bekende woord „Cogito, ergo sum", Ik denk, dus ik besta. Volgens hem was d. w. z. dus het bestaan van den mensch reeds voldoende bewezen door het feit, dat hij dacht (met uitsluiting van alle waarneming). Ja, hij ging nog verder hij meende zelfs het bestaan Gods op gelijke wijze uit zijn eigen denken te kunnen aantoonen.

juicht,

heerlijkste

:

:

:

En gold het eerst nog, dat de Rede de bron der gedachten, de fontein der ideeën en voorstellingen was (Kant), allengs kwam men er toe, alle „zijn" voor haar product en uitvloeisel te verklaren, om te besluiten met de stoute uitspraak, dat ook de werkelijkheid zelve aan de Rede haar ontstaan en voortbestaan te danken had (Fichte). In dit stadium kan men zeggen, dat de afgoderij der Rede een aanvang neemt, waar de wijsgeeren, haar zelfs scheppende kracht ten opzichte van zienlijke en onzienlijke dingen toekennend, haar

voor almachtig en Gode gelijk proclameerden. deze vereerders van de Rede zagen twee dingen

feitelijk

Doch

over het hoofd. Vooreerst, dat de mensch, ook in

zijn geestelijk

maar een samengesteld wezen twee vermogens (n.1. het ken- en het

bestaan, niet een eenvoudig,

en dat de ziel, wilvermogen) bezittende, in het kenvermogen, of bewustzijn, over meer dan alleen over de rede beschikt. Het Rationa-

is,

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 37

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's