Om de oude wereldzee - pagina 328
I. Het Aziatisch gevaar. Rumenië. Rusland. De Zigeuners. Het Joodsche probleem. Constantinopel. Klein Azië. Syrië. Het Heilige Land.
HET JOüDSCHE PROBLEEM.
304
toegang tot
om
om hem den
van burgerlijke en staatkundige rechten,
genot
het
openbare ambten
en
betrekkingen te belemmeren, of
beroep of bedrijf uit te oefenen, in welke plaats het ook
eeuig
Deze bepaling nu ging rechtstreeks tegen Art. 7 van de Ru-
zij."
meensche Grondwet van
lingen
welk artikel bepaalde dat alleen „vreemde-
in,
huize
Christelijken
genaturaliseerd
konden worden." Parijs, Londen en
Ouder de sterke pressie der geldmagnaten te Berlijn, hadden de Mogendheden, in weerwil van Rumenië's dezen
eisch
Napoleon
protest,
het verdrag gebracht, en Bismarck niet minder dan
in
liet te
Bucharest verstaan, dat inwilliging van dezen eisch
Koning Carol en zijn raadslieden waren gezind om het uiterste te beproeven, maar kenden toch hun land te goed, om niet te weten, dat wat men uit Parijs, Londen en Berlijn aan Rumenië wilde opleggen, kortweg onuitvoerbaar was. Nooit zou de Volksvertegenwoordiging nu reeds tot de volstrekte gelijkstelling meewerken. Op raad van Peter Carp stelde Koning Carol toen voor, de uitsluitingsbepaling van Art. 7 van de Grondwet te schrappen, en de Joden, geboren uit ouders die in Rumenië geboren waren, het volle burgerrecht toe te kennen, mits ze hun militairen dienst vervulden, een Rumeeusche school bezocht hadden, een hoofdgeld betaalden, en een patent bezaten. Doch ook hier had de Kamer geen ooren naar, evenmin als naar Sturdza's engere bepaling. Het eenige wat men verkrijgen kon, en waar dan ook de Mogendheden tenslotte vrede meê namen, was een wijziging van Art 7 der Grondwet, voorwaarde
waarbij
van erkenning
bepaald
werd,
dat
bleef.
geen godsdienstig
verschil in den
weg
kon staan aan het verkrijgen van burgerlijke en staatkundige rechten, en dat elk vreemdeling zonder onderscheid van Godsdienst genaturaliseerd kon worden, mits hij tien jaren na zijn aanvrage in Rumenië gewoond had, ,,et prouvera par ses actes qu'il lui est utile." Daarop werden toen 900 Joden genaturaliseerd, doch onder dezen 700 die als soldaat in den vrijheidsoorlog hadden gevochten, en reeds gestorven waren, zoodat toen feitelijk slechts 200 van de 250.000 Joden van hetgeen het Verdrag van Berlijn doordreef, profiteerden. In naam had
men
toegegeven,
Doch
feitelijk bleef
de toestand wat die was.
hierbij bleef het niet. Veeleer
poogde
men van
dit oogenblik
af door de gewone wetgeving den invloed van het Joodsche element
op
alle
manier
te stuiten.
De Joden moesten
dienen,
maar de gewone
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907
Abraham Kuyper Collection | 590 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907
Abraham Kuyper Collection | 590 Pagina's