Wetenschappelijke bijdragen tot bevestiging der Oud-Testamentische geschiedenis - pagina 246
,
BEWIJZEN VAN EEN ZONDVLOED IN EUROPA. Tegelijkertijd dienen
duurde
en
het
we nog op
transport
merken
te
over een
dat de beweging te kort
,
geringen afstand liep, dan
te
dat de scherpe hoeken hetzij van de stukken rots, hetzij van de ge-
broken beenderen
opnieuw
aan
de
doorsijpelde
dat
konden afgeslepen worden. Toen deze beenderen
,
oppervlakte
door
de
kwamen
,
kalkachtige
heeft later het regenwater
rotsen
de spleten door-
die
sneden en dat vanzelf kalksteen mee naar beneden voerde, de
brokken
van
de spleten aan elkander gemetseld
,
rots-
en soms ook wel
Brighton) stukken van het „head", tot een harde /;;-^r«V7/-massa,
(bij
waaruit
werken. bleef
men nu niet dan met Waar daartegenover
liggen
en
groote moeite de beenderen kan loshet
rotspuin
leidde de doorsijpeling van het water er toe
wel
de beenderen
als
los
een doordringbare superficiale
te
verwijderen
,
,
om
op drift
de oppervlakte
vormde
,
daar
den kalksteen zoo-
zoodat in zulke gevallen de
rubble, als ze blootgelegd wordt, minder fossielhoudend ze in spleten of holen ligt,
is, dan waar waar het water van de oppervlakte niet
zoo gemakkelijk doorheen kon dringen.
Op
gelijke,
vinden
^)
op de
overtuigende wijze kan rots
De welbekende
van Gibraltar
rots
is
een
^)
,
men de
theorie toegepast
waar spleten voorkomen van
geïsoleerde
heuvel
,
van het vasteland ge-
scheiden door enkele mijlen vlakken, ongeveer tien voet boven den zeespiegel
gelegen grond. Ze bestaat uit harden kalksteen
uit
het Jura-tijdperk, die een
hoogen, ruwen bergrug vormt, iets meer dan twee en een halven mijl lang, van 550 tot 1550 el breed, en op de noordelijke punt rijzende tot een hoogte
van 1349
voet.
In de rots
loodrecht
en
zijn
geweldig veel spleten en scheuren. Groote breuken, sommige
andere hellende onder verschillende hoeken, zich uitstrekkende
op groote diepten, doorsnijden haar in verschillende richtingen. Ze komen alle hoogten, tot op iioo voet toe. Eén spleet is 290 voet diep, een andere 288. In een van deze vonden de werklieden, op een diepte van drie en vijftig voet, in roode breccië, twee tanden van een rhinoceros, een gaven maaltand van een mensch, en nog een vuursteenen mes met tallooze andere groote stukken vuursteen.
tot
voor op
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907
Abraham Kuyper Collection | 360 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907
Abraham Kuyper Collection | 360 Pagina's