Om de oude wereldzee - pagina 24
I. Het Aziatisch gevaar. Rumenië. Rusland. De Zigeuners. Het Joodsche probleem. Constantinopel. Klein Azië. Syrië. Het Heilige Land.
HET AZIATISCH GEVAAR.
10
gehuldigd werd,
zou althans in dit opzicht vastheid van gedragslijn
kunnen voorschrijven en matige gerustheid kunnen hergeven. Algeheele vrijlating van kolenverstrekking zou ongetwijfeld de zuiverste oplossing van het vraagstuk zijn, maar men vergete niet, dat de zeemogendheden, die in het bezit van een geheele reeks kolenstations zijn, er belang bij hebben, de mogendheden, die eigen kolenstations missen, door beperkende bepalingen in een staat van inferioriteit te houden.
Nog
gewichtiger in haar algemeene strekking, hoezeer van minder
onmiddellijk belang,
is
de heel andere vraag, of zich in de worsteling,
komen staat, al dan niet de godsdienstige tegenstelling tusschen het Heidendom en het Christendom zal mengen. Aanleiding die
te
wel
zou
hiertoe
Christelijke
bestaan.
in het Oosten steeds een
missiën
den inlander
Te ontkennen toch valt
dat
de
doorn in het oog van
Een vrouw van hooge geboorte
zijn.
niet,
uit het Oosten,
die hoewel tot de inlandse he bevolking behoorende, er prijs op stelde
voor geheel gemoderniseerd te worden aangezien,
zei
mij eens als
van een hevigen aanval op het Christendom: „Le plus grand
slot
de
fléau
désirerais
mon
pays sont ces misérables missionaires. avoir tous devant
les
couteau et je leur couperais
le
moi cou
O,
comme
je
Alors je prendrais un grand
!
comme
des moutons."
Indien
zoo reeds een vrouw uit den hoogsten stand oordeelt, die pronkt
met haar moderne ontwikkeling, wat moet dan wel omgaan in het hart van den man uit het volk, die zelf nog aan zijn voorvaderlijken godsdienst gehecht
is.
Minder scherp zou zich de vijandschap tegen
deze missiën allicht hebben afgeteekend, indien ze Azië uit het Westen
waren binnengedrongen. Reeds voor eeuwen hebben
eerst de Joden,
daarna de Nestorianen, en ten slotte de Mohammedanen, niet zonder aanvankelijk succes, gepoogd, aan het paganisme in China afbreuk te
van Jodengemeenten in China in de 9e eeuw, en nog in 1866 vond W. Martin niet alleen den doen.
iirabische
schrijvers berichten
bouw van een Joodschen tempel op een Chineesch monument den
tijd
van Ling-hung vermeld, maar
zelfs
Joden, wier laatste rabbijn eerst kort geleden gestorven was.
Nestorianen
kregen,
reeds in de 7e
blijkens
uit
nog een kleine groep
De
de bekende inscriptie van Si-ngang-fu
eeuw vasten voet
in het
hemelsche
rijk,
en waren nog in
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907
Abraham Kuyper Collection | 590 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907
Abraham Kuyper Collection | 590 Pagina's