Om de oude wereldzee - pagina 394
I. Het Aziatisch gevaar. Rumenië. Rusland. De Zigeuners. Het Joodsche probleem. Constantinopel. Klein Azië. Syrië. Het Heilige Land.
GONST ANTINOPEL.
368
den Islam werden opgevoed, en heel hun leven door in dienst bleven. Juist door deze eigenaardigheid van een eigen kaste te vormen,
begonnen ze in 't eind voor den Sultan ernstig gevaar op te leveren, vooral ook doordat ze met de Derwischenorde der Bektasch in nauw verband stonden, en hierdoor invloed onder het volk bezaten. laatste
Mohammed
gingen ze onder zaak
Sultans
II tot openlijk
dan ook verloren, tot
scheen
van den Profeet ontrolde, en hierop Janitsaren
werden
Etmeida aan
in
Ook de
de 20.000.
bij
genomen en
drie chefs
om
liep
de
weerstand
zegt vielen er op dien dag
van de Bektasch werden gevangen
En zoo verdween
onthoofd.
de Banier
Na hardnekkigen
men
naar
man saam
alle
te vallen.
teruggeslagen, en
ze
verzet over.
Mohammed
Ten Des
honderd jaar lang
uit het
Turksche Rijk een
en zijn roem was gemet Duitschlands hulp, het leger kunnen moderniseeren, al zijn onder het Hof en in de administratie onmiskenbare verbeteringen aangebracht, en al heeft met name de
instelling, die vijf
weest.
Maar
al
tegenwoordige geen
gegeven,
Jong-Turken
heeft
men
aan
Sultan
onderwijs
het
nieuwe geest
willen,
is
pleisteren
is
zijn sterkte
sinds, vooral
hooger vlucht dan ooit
Wat
de
En toen
in
de Osmanen gevaren.
in
met westersche
December 1876 de Kanun-i-Esparsi,
d.
i.
kalk.
de Turksche Grondwet,
bij
Irade een Constitutie en een Parlement invoerde, bewees niets zoozeer als
der
de diplomatische gevatheid, waarmee
men
op die wijze den invloed
Europeesche Mogendheden poogde te ontwapenen, hoe goed de
Staatslieden van den Sultan zelve inzagen, dat zulk een opzet
kon worden, zonder als
ooit
van de Osmanen
is
tot eenig resultaat te leiden.
sterk,
zoolang
ze,
gewaagd Een macht
naar Mongoolschen aard,
haar veroveringspolitiek kan voortzetten, maar komt de rust na de overwinning, en met de overwinning de weelde, dan inzinking zijn
ouden
religieuse
is
de gestadige
meer af te wenden en het eenige wat aan Turkije zou kunnen hergeven is een opvlammen van het leven, als zijnde de Khoran de eenig hechte band, die de niet
;
luister
brokstukken van het anorganisch geheel saamhoudt.
Niet
warm genoeg kan
ik
tenslotte
mijn eerbiedigen dank uit-
spreken aan Zijne Hoogheid Ferid Pacha, den Grootvizier, aan Tefvik
Pacha, den
Z. Exc.
Minister van Buitenlandsche Zaken, aan Z. Exc.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907
Abraham Kuyper Collection | 590 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907
Abraham Kuyper Collection | 590 Pagina's