Heils termen - pagina 80
70 VIII.
DE TEEKENEN DER GEMEENTE. Wij zien onze
Teekenen
niet.
Psalm
Er
74
:
9.
Teekenen des „Yerbonds," wier inwerking zich den enkelen mensch bepaalt, maar allereerst de Gemeente des Heeren in haar geheel bedoelt. Hieruit volgt intusschen nog geenszins, dat ook deze soort van Teekenen dezelfde zijn
dus
ook
niet tot het leven van
zullen vertoonen, als we bij de Teekenen, in het algemeen genomen, opmerkten. Men zou een hoogst bedenkclijken weg betreden, die van de Sacramentswaardeering eer aflei, dan ons de Yerbondsteekenen dierbaar te maken, zoo men den algemeenen regel der Teekenen, zonder voorbehoud, voetstoots, ook op de Sacramenteele Teekenen wilde toepassen. Men zou dan geen recht doen wedervaren aan het alles beheerschend verschil, dat zich in elke levensbetrekking openbaart, naar gelang ge of op den enkelen mensch in zijn alleenheid, of wel op allen saam in hun onderlinge verbinding, het oog laat rusten. De zuivere lijnen, die zoo schoon en heerlijk door het goddelijk kunstgewrocht der Schriftopenbaring loopen, zouden voor ons bewustzijn worden uitgewischt, en onzes ondanks zouden we zeer spoedig voor den noodlottigen tweesprong staan, om, of afglijdend op den stroom der verbeelding, naar den tempel des Bijgeloofs te dringen, waar Kome haar sacramenten toovert, of wel, door te scheiden, wat God heeft saamgevoegd (Sacrament en Gemeente), af te dolen naar die dorre plaatsen, waar het Ongeloof met het Halfgeloof in bond, oppervlakkig en minachtend ons heilig Sacrament ontwijdt. Daarom stelden we met opzet onze vraag aldus „Of het Teeken des Yerbonds van gelijke natuur is met het teeken aan den enkele gegeven?" en aarzelen geen oogenblik reeds nu ten stelligste te verklaren, dat het ééne soort van Teekenen zeer in het oogloopend van
karaktertrekken
:
het andere verschilt.
Om
te doen gevoelen, hoe nauw dit verschil intusschen met den aard van het Yerbond samenhangt, wijzen we daarbij allereerst op het tegelijk goddelijk en menschelijk karakter, dat het Yerbond steeken draagt. Met dit tegelijk goddelijk en menschelijk karakter bedoelen we eenvoudig, dat in het Yerbondsteeken niet slechts een daad Gods, maar ook een daad des menschen is, en wel beiden zoo op het innigst en volstrekt onafscheidelijk vereenigd, dat het een daad Gods is,
die in het menschelijk
schen
daad
geen
doen openbaar wordt, en omgekeerd 's menzelfs buiten de gemeenschap met den
oogenblik
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 294 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 294 Pagina's