Heils termen - pagina 174
164 evenzoo. De strijd om de Heilige Schrift gestreden draagt het echte stempel en wordt dan alleen met geestelijke meerderheid gestreden, zoo we tot de betuiging: „de Schrift is Gods dist.
dan
En
alleen
Woord" onzes ondanks gedrongen en gedreven worden door den nood der ziel, die de kennisse Gods voelt wijken en teruggaan bij het minst, dat op die eeuwenoude belijdenis door kritische letterknechterij of ongeestelijk fetichisme wordt afgedongen. Of wil men nog actueeler. het heilig sacrament des Doops mag onzerzijds niet gestreden
Om
worden, zoo ons hart niet voor ons en onze kinderen de onmisbaarheid gevoelt, om ook dezen weg van Godskennisse open te houden, en de gemeente, bij zijn toebediening, niet in de bezegeling van het Genadeverbond het toekomen van den Eeuwige tot het hart Zijner kinderen gewaar wordt. A-Ueen in die kennisse Gods ligt kracht. Een gemeente, waaruit week, is arm en machteloos, ook al telt ze haar zielen bij duizij zendtallen en al vormt haar kerkbezit een ontzettenden schat. Laat die kennisse Gods terugkomen en de macht komt met haar, al wierd ook de laatste penning haar geroofd en al slonk ze ter helfte weg. strijd der geesten moet de overwinning steeds aan die zij waar men met de meeste kennisse Gods en om harentwil zich in den strijd heeft gemengd. Beter door onze tegenstanders dan door ons, is dit dusver begrepen. Hun aanval, hoe ook door geheel andere beweegredenen ingegeven, werd den volke steeds voorgesteld als noodzakelijk om de zoo men zei eere Gods. De Godheid van den Christen werd ontkend, niet uit valsche vrijheidzucht, maar wijl „God alleen te aanbidden was" en door deze hulde aan den Christus Zijn eere werd verkort. Het wonder werd geloochend, niet uit gebondenheid aan het zichtbare, maar wijl het Gode onwaardig was stichter van een schepping te zijn, die herstel behoeven kon. De „Yrede door het bloed des Kruises" werd ontleed en als onbruikbaar verworpen, niet wijl de zondenood der ziel niet gevoeld werd, maar omdat met Gods Liefde zulk een Molochs offer niet kon bestaan. Ook nu bij den Doop beweert men, dat het losmaken van zijn formule niet uit weerzin tegen haar inhoud voorkomt, maar alleen de verheerlijking van „God als een Geest" bedoelt, die een zoo slaafsche gebondenheid aan vaste kerkvormen niet gedoogt. Dit worde niet voorbijgezien, door wie den verderfelijken invloed dezer richting zoekt te keeren. Met een wapen van lagere keur zijt ge tegenover deze wapenrusting machteloos. Dat steeds roepen van „Gode waardiger. God meer verheerlijkend, met zijn eeuwige Liefde beter rijmend," werkt sneller dan ge waant. Het menschenhart keert zich onwillekeurig naar die zijde, waar het Licht van den Eeuwige zuiverder weerkaatst wordt. Ja zelf wordt ge ten laatste, tegen willen en weten, door het modernisme bewerkt en geschokt in de vastheid
In
den
blijven,
—
—
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 294 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 294 Pagina's