Het heil ons toekomende - pagina 126
116 schoone woord van den Catechismus, „ons weldaden deelachtig maakt." De Sleutelmacht behoort uiteraard geheel tot het inwendige levensgebied der Gemeente, waaruit volgt, dat het geestelijk gezag, dat op voorgang der Heilige Schrift met dezen naam bestempeld wordt, volstrekt gebonden is aan de werking van den Heiligen Geest. Is nu de werking van den Heiligen Geest een tweeledige: ééne die het geheel der Gemeente omvat in de Genademiddelen, en een andere die de enkele leden bedoelt, dan hebben we het daarvoor te houden, dat het geestelijk gezag in de Gemeente vrucht moet zijn van de samenwerking dezer beide elementen: de genademiddelen en het in de uUoerkorenen gewekte leven. Er moet dus zijn een ambtelijke orde in de Kerk, die in naam van Christus voor de Gemeente met de bediening der genademiddelen verwaardigd is. En er moet zijn een invloed op deze ambtelijke orde uitgaande van de Gemeenteleden. Hierop nu rust het beginsel onzer Hervormde Kerkinrichting. Ambtelijke voorgangers, maar uit de Gemeente door de Gemeente-
Zoon neemt, Christi en al
en, naar het
zijner
leden gekozen. Niet een regeering der uitverkorenen, noch ook heerschappij van het ambt, maar beide saam. Daartoe is tucht vereischt. Tucht om Christus' wil. Tucht om het heilige heilig te houden. Tucht niet uit zucht tot oordeelen, maar uit den hartstocht der opzoekende, terechtbrengende, erbarmende liefde. Een ambtelijke verkiezing als thans in de Hervormde kerk bestaat, ondermijnt het Gemeentegezag. Zijn stemrecht moet men niet daaraan ontleenen, dat men in het register eener gemeente is ingeschreven, maar daaraan dat men in en door die gemeente als een geloovige erkend is. „Geloovige" altijd naar den regel genomen, dat slechts belijdenis en beoordeeld wordt wat voor beoordeeling vatbaar is wandel. Wel te verstaan: wandel niet in den zin van maatschappelijke onergerlijkheid, maar van Christelijken wandel in den geest, genomen. Die tucht behoort voor de voorgangers dubbel streng te zijn. Die voorganger heet, moet voorgaan. Niet slechts een gave voor zichzelven bezitten, maar ook hebben wat hij anderen toe zal bedeelen. De tucht moet derhalve bij den voorganger, zoo wat leer als leven betreft, niet slechts negatief, maar ook positief zijn. D. w. z. niet slechts de aanwezigheid van het ergerende, maar ook de afwezigheid van het opbouwende, maakt voor het ambt onbekwaam. Zoo geordend en gehandhaafd in zijn geestelijk karakter, moet het Kerkelijk ambt het gezag, de Sleutelmacht oefenen allereerst door de bediening der genademiddelen zelve. Het Woord te prediken, het Sacrament te bedienen, is uitoefening van geestelijk gezag. A^oorts door in de Gemeente waarheid en dwaling te scheiden, naar gelang van haar inzicht, de rijpheid van ontwikkeling en de bestrijding die :
;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 266 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 266 Pagina's