Dat de genade particulier is - pagina 26
;
16 deze ligt,
onderscheiding
uitsluitend
tepas
komt.
maar nooit mag tepas gebracht worden,
bij
als
wat in
ome
er sprake is
intentie
van de
inlentie Gods.
Als Jozef door zijn broederen stond verkocht te worden, dan is het Gods geopenbaarde wil aan Juda en Euben „Verkoop uw broeder niet!" en Gods verborgen besluit: „Jozef zal door zijn broeders verkocht worden!" Zoo dikwijls er dus van onze daden sprake is, van wat wij doen of wij bedoelen, o, dan zeer zeker mag niet alleen, maar moet zelfs onophoudelijk gerekend met de gulden les van Evangelische wijsheid: „Blind in de uitkomst, maar ziende in het gebod!" Doch als er daarentegen, gelijk hier, sprake is niet van wat wij, maar van wat Christus bedoelde; en zoo ook niet van hetgeen wij, maar van hetgeen God wilde; dan, dit voelt toch ieder, is het het toppunt van ongerijmdheid, om in God zelf nog te durven onderscheiden tusschen wat Hij wil en toch niet wil. :
Zoo komen derhalve de twee wijzen van voorstellen alsnu in zeer scherpe trekken volkomen helder tegenover elkander te staan. Eenerzijds de Universaliste)}. of drijvers van een algemeene genade, Toen Jezus aan het kruis stierf, was het Gods die staande houden wil en Christus' bedoelen, een zoodanige verzoening teweeg te brengen, die desnoods voor alle menschen toereikend was, en die, alsnu in zijn :
naam aan
menschen aangeboden,
aan zoo velen uit deze allen naar Jezus' bedoelen dit heil wilden aangrijpen; terwijl het slechts ongebruikt liggen blijft, voor zooveel het bestemd was voor de zoodanigen, van wie Jezus bedoeld en verwacht had, dat ze wel gelooven zouden, maar die het niet hebben gedaan. En anderzijds de Particulariste», of pleitbezorgers van de bijzondere genade, die leeren Door de kerk moet aan alle creaturen gepredikt worden, dat er door Christus' sterven verzoening is verworven voor een iegelijk die geloofde, gelooft of gelooven zal; d. i. overmits alle geloovigen uitverkoren zijn, alleen voor de uitverkorenen; niet naar uitkomst, maar naar Christi bedoelen en Gods raad; en dat wel in toepassing niet op mogelijke, doch vooralsnog onbekeerde personen maar integendeel in applicatie op personen, die de Heere liefheeft met een eeuwige liefde, nog eer ze geboren zijn, en die Hij „bij zou
ten
nlle
goede komen,
als
:
name roept." Eq naardien we ons alsnu, zeer beslist, voor verklaren, beweren we hiermee volstrekt en in dat ons ook hierbij geen
wegen
het laatste gevoelen
het allerminst niet,
overblijven, die onnaspeurlijk zijn, of
ook diepten, die we niet peilen kunnen. Dit erkennen we veeleer met allen eerbied en alle ootmoedigheid volmondig. Maar wat we staande houden is, dat de leer der Unicersalistcn-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 270 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 270 Pagina's