Practijk der godzaligheid - pagina 202
;!
194 een pantser van onaandoenlijkheid om zijn vleesch en zijn hart gespend, voor eiken pijl ontrefbaar, door geen lansstoot te genaken, zich in den sterken toren van zijn eigen ongevoelig hart zal opsluiten
maar juist integendeel, waarop de arenden van
dat
hij,
om
Jezus' wil,
als het aas wil zijn,
komen
aanvliegen; wiens menschelijk lijden, om wat hij /)dijdt, nog verdubbeld en verzwaard wordt; en op wien de Heere, juist wijl hij zijn kind is, nog harder dan eertijds de en die, dat alles met helroede der kastijding doet neerkomen; deren, onbenevelden blik inziende, zijn borst ontbloot voor de pijlen, die des daags vliegen; de zenuwen zijner ziel verfijnt om al meer van het lijden Christi mee te lijden; en met verachting elk bedeksel wegwerpt, dat men tusschen hem zou willen plaatsen en de Vaderen die dan, want ziehier eerst de volle gehand, die hem slaat; dachte der lijdzaamheid, noch in overmoed dat lijden inroept noch alle
zij
—
—
zonder tranen het doorworstelt, ja, bidt en smeekt of het hem mocht worden, maar in het einde der bange worsteling het altijd tot een lach van heilige vreugde brengt en een lofpsalm uit de boeien En vraagt ge dan, hoe dit alzoo kan, ziehier dan den sleutel tot dit geestelijk geheimnis. „Ook al gaaft ge uw lichaam over om verbrand te worden, en ge hadt de liefde niet," zegt de Apostel van Jezus, zoo was het een marteling om niet geleden. Alleen de liefde heeft de goddelijke macht ontvangen om het diepste lijden met de hoogste vreugd te versmelten tot één loflied voor uw Heer. Het is de vraag maar, als ge lijdt of ge lijdt uit liefde, d. w. z. uit liefde voor God. Om Hem nader te komen. Om Hem meer, om Hem voller te bezitten. Als een u scheuren door de doornen en distelen des levens; als een u wringen door de poorte des Koninkrijks, of ge Hem, uw God, ontmoeten mocht. En nu, die liefde is uit u zelven niet. „Die liefde Gods wordt in onze harten niet uitgestort dan door den Heiligen Geest, dien Hij ons gegeven heeft,"
verkort
III.
EEN ZIELSKRACHT IN GODS KINDEREN. Bezit
uwe
zielen in
uwe
lijdzaamheid.
Luk. 21
Nadien ons alzoo bleek wat „lijdzaamheid" de vraag, wat dan wél, naar luid der
voor
niet
is,
Schrift,
staan
:
19.
we thans
onder deze
uit-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 272 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 272 Pagina's